Vorming van (hoofd)animatoren

Het aantal geattesteerde animatoren, hoofdanimatoren en instructeurs in Vlaanderen daalt sinds 2016, met corona als absoluut dieptepunt. Ook na corona zet die trend zich door.

Ook binnen speelpleinwerkingen zien we het aantal geattesteerde animatoren dalen, wat op termijn nefast is voor de (speel)kwaliteit. De reden van deze daling is niet eenduidig, maar enkele maatschappelijke tendensen kunnen wel het een en ander verklaren. 

Stijgende concurrentie

Vanwege de grote vraag naar opvang is het vakantieaanbod aanzienlijk uitgebreid de laatste jaren. Meer werk vraagt meer handen, maar alle organisatoren vissen voor de vakantieperiodes in dezelfde vijver. Bepaalde voorwaarden die speelpleinverantwoordelijken vroeger stelden aan animatoren (bv. verplicht attest, voorbereidende activiteiten …) worden vandaag versoepeld onder het motto: “We zijn al blij dat we volk vinden”. Zeker te begrijpen, maar wel jammer. 

Schoolwerk claimt steeds meer vakantietijd

Daar waar vroeger periodiek evaluaties en taken waren, werken scholen vaker en vaker met permanente (les)opdrachten en taken die vakantietijd claimen … Heel wat jongeren kunnen het volgen van een cursus in vakantietijd niet langer combineren met schoolwerk. De klassieke cursusformule van een week op verplaatsing met overnachting is voor veel jongeren zo niet meer haalbaar.  

Financiële drempels

Geld is niet de enige motivatiebron van animatoren, maar wel een steeds belangrijkere factor. Het verschil tussen een vrijwillige onkostenvergoeding of het geld dat je als jobstudent ontvangt is groot.

Jong zijn anno 2023 kost wat. Helaas is het geld niet alleen bestemd voor een mooie reis of de laatste smartphone. We merken dat jongeren steeds meer op zoek gaan naar een bijverdienste om schoolboeken te betalen of thuis moeten bijleggen.

We beseffen niet voldoende hoe vrijwilligerswerk voor vele jongeren en volwassenen een luxe is geworden. Binnen het vakantieaanbod is de vergoeding die jongeren ontvangen vaker doorslaggevend bij hun keuze, maar ook buiten de sector vinden jongeren makkelijk, beter betaald werk zonder voorafgaande opleiding. 


Deelnemen aan een cursus: financiële druk en andere drempels

Door de stijgende prijzen van jeugdverblijven, voeding en andere kosten worden ook cursussen alsmaar duurder. Zo kostte een week animatorcursus met overnachting in 2006 nog €150, waar dat nu al €230 is. 

Sinds 2015 heeft de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk een solidariteitsfonds waardoor jongeren met een statuut verhoogde tegemoetkoming aan de helft van de prijs kunnen deelnemen aan cursussen. Maar liefst 7,11% van onze deelnemers maakt gebruik van dit fonds, meer dan ooit tevoren.

Daarnaast zijn de 50 uur stage op een stageplaats vaak op vrijwillige basis. Met andere woorden: iemand die zijn attest wil halen heeft zelf al 3 weken van zijn vrije tijd geïnvesteerd, nog voor het iets ‘opbrengt’. Het geld van de cursus krijgen ze vaak deels door gemeentelijke terugbetalingssystemen en via de mutualiteit terug, maar ze moeten het wel zelf voorschieten. Niet evident zo blijkt. Laat staan de inschrijving voor zo’n cursus zelf waarbij je sinds enkele jaren een KAVO-ID op de website van de overheid moet aanmaken. Met kaartlezers of Itsme-apps is dat voor jongeren zeer complex en een grote drempel.


Een cursus in je gemeente

Om drempels weg te werken organiseren we sinds enkele jaren cursussen ter plaatse. Bij deze cursussen komen we met onze kadervormingsexpertise naar jouw gemeente.


We beseffen niet voldoende hoe vrijwilligerswerk voor vele jongeren en volwassenen een luxe is geworden.

Lokale politiekers kunnen hier een positieve impact op hebben

Als lokale bestuurder kan je op heel wat manieren het behalen van attesten in het jeugdwerk motiveren. 

Als VDS schuiven we enkele actieputen naar voor; 

  • Trek de bedragen binnen de gemeentelijke terugbetaling subsidies rond  (kader)vorming voor individuele jongeren op, maar ook voor lokale werkingen die investeren in (kader)vorming voor hun animatoren en leiding. 
  • Betaal (kader)vorming volledig terug voor de meest kwetsbaren.
  • Zet een derdebetalerssysteem op waarbij deelnemers aan kadervorming het bedrag van de cursus zelf niet meer moeten voorschieten.
  • Vergoed onbezoldigde stages via vrijwillige onkostenvergoedingen.
  • Investeer in vorming of een erkende VDS-cursus ter plaatse (zonder overnachting) in de eigen gemeente, al dan niet samen met buurgemeenten, om de drempel om cursus te volgen te verkleinen voor jongeren. 
  • Maak het verschil in vergoeding tussen iemand met en zonder attest groter om kadervorming te stimuleren.
  • Ondersteun jongeren bij het inschrijven voor een cursus
  • Stimuleer jongeren om in groepjes in te schrijven en ondersteun hen door ze weg te brengen of op te halen.
  • Zorg voor betere coaching en ondersteuning op je werking bij jongeren zonder attest of gevolgde vorming
  • Zet in op (permanente) aanwezigheid van speelpleinverantwoordelijke om gebrek aan ervaring op te vangen.