Kadervorming en andere vormingsmomenten zijn het fundament van sterk jeugdwerk én een manier waarop jongeren zichzelf ontwikkelen. Tegelijk zijn er uitdagingen en verandert het engagement van jongeren. De druk op vrije tijd neemt verder toe: school, betaald werk en andere verplichtingen laten minder ruimte om zich te engageren, laat staan extra naschoolse vorming al dan niet binnen het jeugdwerk te volgen. De cijfers liegen er niet om. Minder jongeren halen een attest kadervorming, zeker sinds corona. Hoewel we de afgelopen twee jaar een stijging van het aantal attesten hebben gezien, is dat niet voldoende. Als koepelorganisatie merken we ook dat de opkomst op trefmomenten daalt. Niet zaligmakend, maar een doordacht, waarderend en laagdrempelig subsidiereglement (kader)vorming kan het verschil maken om jongeren over de streep te trekken en een vorming mee te pikken.
Nu blijkt dat jongeren in hun eigen stad of gemeente botsen op een heleboel praktische drempels. De reglementen die vorming net moeten stimuleren, zijn achterhaald. De kosten van een vormingstraject lopen op en de administratieve rompslomp is vaak te groot. Bovendien verschillen de regels en afspraken van gemeente tot gemeente, waardoor niet iedereen gelijke kansen krijgt. En dat moet anders.