De resultaten van de vijfjaarlijkse enquête door de ogen van collega's.
Sinds 1985 schotelt de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk (VDS) om de vijf jaar alle speelpleinen in Vlaanderen en Brussel een uitgebreide vragenlijst voor. Deze laat ons toe om het speelpleinwerk in kaart te brengen en om evoluties in het speelpleingebeuren op te sporen. Het is een bron van informatie die we gebruiken om ons beleid, aanbod en dienstverlening af te stemmen op de noden van het werkveld. Met een jaar uitstel, omwille van corona, hielden we opnieuw een bevraging eind 2021. De resultaten, een rapport van 115 pagina's lang, zijn er. In de komende weken vragen we verschillende collega's vanuit hun functie om naar de enquête te kijken en vanuit hun expertise een eigen interpretatie, visie en/of aanbevelingen neer te schrijven.
Bert Breugelmans, tot voor kort Verantwoordelijke Communicatie
Ik ben Bert. Al 20 jaar loop ik rond in deze organisatie. In 2002 startte ik als vrijwilliger bij de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk, nadat ik eerder mijn hart verloor aan Speelplein Boemerang in Nijlen. De werking bestaat deze zomer trouwens 20 jaar (feestje!). In 2006 werd ik stafmedewerker in de regio Antwerpen. Tot eind 2013 was ik daar speelpleinondersteuner van dienst. Na 8 jaar sloegen de organisatie en ikzelf een andere richting in. Externe communicatie werd een volwaardige functie binnen de VDS. Tot begin dit jaar stippelde ik als expert externe communicatie het communicatiebeleid van onze organisatie uit en stond ik samen met collega Susan in voor de uitvoering ervan. Vanaf 2020 combineerde ik die functie met het coördinatorschap dienstverlening en het dagelijks bestuur van de organisatie. Dat doe ik sinds 1 januari 2022 voltijds. Op het woordvoerdersschap na gaf ik pas de communicatiefakkel door aan Luna Nys, onze nieuwe verantwoordelijke communicatie. Als laatste wapenfeit deel ik graag mijn blik op de resultaten van de enquête op vlak van communicatie.
Mond-aan-mondreclame speelt zich af in de Whatsapp-groep van ouders aan de schoolpoort. Potentiële animatoren zullen eerder je Tiktok-account checken dan je website
Het belang van externe communicatie
Het vijfjaarlijks rapport van 'het gemiddelde speelplein'
Anno 2022 is het belang van een doordachte externe communicatie groter dan ooit. We leven in een wereld waarbij het soms lijkt dat de vorm en verpakking bijna belangrijker zijn dan de inhoud. Waarin mond-aan-mondreclame zich afspeelt in de Whatsapp-groep van ouders aan de schoolpoort. Waarin potentiële animatoren eerder je Tiktok-account zullen checken dan je website.
Een doordachte externe communicatie is nodig om te tonen wie je bent, wat je doet, waarom je dingen doet zoals je ze doet, waarin je je onderscheidt van andere speelinitiatieven... Het bepaalt je imago, hoe anderen over je spreken, waarom ouders, kinderen en jongeren bewust voor jouw werking kiezen. De manier waarop je communiceert naar en met buren, politici, andere organisaties in de buurt... heeft impact op jullie relatie, verstandhouding en ondersteuning. Nooit eerder was het belang van een straf communicatieplan zo groot: voor je lokale speelpleinwerking en voor 'het speelpleinwerk' als methodiek.
De algemene conclusie na het analyseren van het rapport:
"We zetten met z'n allen stappen in de goede richting qua externe communicatie. Speelpleinwerk heeft een goede naam, een straf imago. Gekenmerkt door onze toegankelijkheid, gesmaakt omwille van onze duidelijke visie op spelen. Maar we laten op vlak van externe communicatie ook heel wat opportuniteiten liggen die in de praktijk belangrijk zijn als antwoord op de externe druk die werkingen en verantwoordelijken aanhalen in de enquête: bv. gebruik van kanalen qua werving en behoud van animatoren, een duidelijke visie en beleid die leidt tot haalbare verwachtingen ten aanzien van instrumentalisering van het speelpleinwerk, opvangdruk, het aanbod voor kinderen met een beperking, rond het vraag naar taalverwerving en meer aandacht voor het welzijn van kinderen en jongeren."
Speelpleinwerk is uniek, elke werking is divers
Ga terug naar start, u ontvangt een visietekst
Speelpleinwerk heeft geen monopolie op vlak van spelen. Er zijn tal van speelinitiatieven en kamporganisaties die tijdens de vakantie een fijn aanbod hebben (en maar goed ook). Maar wat maakt speelpleinwerk, dan speelpleinwerk? Wat is typisch speelpleinwerk? Waarin onderscheid jij je van de rest? Wat is jouw unique selling proposition? Of concreet: Wat maakt dat die 15-jarige zich net wel of niet voor jouw werking engageert en een ouder uiteindelijk beslist om de kinderen net naar jouw speelplein te sturen ?
Alles begint bij een heldere en duidelijke visie:
Een visie op spelen, op vlak van animatorenbeleid, praktische organisatie (bv. vooraf inschrijven, toegankelijkheid en externe relaties. Alle peilers van het speelpleinbasisschema. Zonder visie doe je de dingen op buikgevoel, krijg je anderen moeilijk mee in je verhaal, blijft alles in het hoofd van 1 persoon... is een doordacht beleid - samen - een moeilijke opdracht. Zeggen waarvoor je staat, is ook zeggen waarvoor je niet staat. Speelpleinwerk is uniek, elke werking is divers.
43% van de organisatoren heeft een visietekst en 25% heeft het plan om er één te schrijven. Wat het totaal de komende jaren brengt op bijna 70% (> 56% in 2015). Het belang wint fors, maar zelfs 70% is anno 2022 te mager. Als we alleen kijken naar de organisatoren waar een visietekst bestaat, is de inhoud slechts bij een goeie 35% intern en extern goed gekend. Het is dus niet alleen een kwestie van een visie te hebben, maar ook om het als vast werkinstrument te hanteren en uit te dragen, intern en extern (bv. zie foto Aalst).
Betrokkenheid: open en actieve communicatie
'vergeet de buren niet'
De jeugddienst is in quasi alle gevallen betrokken bij de werking, in 82% van de gevallen vaak. Ook ouders en schepenen van jeugd zijn het vaakst betrokken partij en staan maar zelden helemaal aan de zijkant. Vervolgens worden burgemeester, jeugdraad, onderwijs en het lokaal overleg kinderopvang af en toe (zo’n 50%) betrokken bij de werking. Dat betekent dat bij de andere helft van de respondenten deze doelgroepen niet betrokken worden. Toch is dat voor al deze doelgroepen bijna 20% meer dan in 2010. Er is dus zeker meer aandacht voor dan vroeger.
Wat het meest opvalt is dat de buren maar in 40% van de werkingen af en toe worden betrokken. Nochtans krijgen we bij de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk geregeld vragen naar ondersteuning en bemiddeling in discussies met buren. We stellen vaak vast de (pro-)actieve communicatie cruciaal is: een briefje in de bus 'we zijn er weer, bedankt dat we welkom zijn in jouw buurt', een uitnodiging voor je speelpleinjubilé, een rondleiding bij de start van de speelpleinzomer, jezelf als verantwoordelijke en hoofdanimatoren even voorstellen 'spreek ons gerust aan'... Het vraagt eigenlijk een kleine moeite, maar het maakt een wereld van verschil. Voor de buren en voor jullie.
Je zou ervan versteld staan hoeveel ouders hun kinderen naar je werking brengen, maar eigenlijk niet écht goed weten wat jullie doen.
'onbekend, maakt onbemind'
Ouders worden vooral betrokken door:
- hen te informeren bij het brengen en ophalen (90%);
- hen info en nieuwtjes te geven via sociale media (78%);
- ouders te bevragen, bv. enquête (48%)
- foto’s op de website (en sociale media) (47%).
1 op 6 speelpleinorganisatoren nodigt ouders uit op de werking (bv. tijdens een openspeelpleindag, speelpleincafé of toonmoment) en zet in op meertalige, vooral gesproken, communicatie. 3% schakelt ook effectief (groot)ouders in (bv. ritje naar het zwembad, fruit snijden...)
13,5% betrekt ouders niet, behalve bij de inschrijving. Dat is best veel als je weet dat sommige ouders hun kroost, elke vakantie weken na elkaar, aan het speelplein toevertrouwen. Je hebt er alle belang bij dat ouders weten wat er gebeurt op het speelplein, hoe hun kinderen (intens) vakantie (kunnen) beleven op je werking, de dynamiek van (jonge) animatoren zien en voelen, de kans te krijgen in een evaluatie zaken aan te kaarten. Onbekend, maakt onbemind. Je zou ervan versteld staan hoeveel ouders hun kinderen naar je werking brengen, maar eigenlijk niet écht goed weten wat jullie doen. Het speelpleinkrantje van vroeger, is sociale media vandaag. Schakel gerust kinderen in om 'verslag' uit te brengen :)
Promotie van de speelpleinwerking
Focus op kinderen en (nieuwe) animatoren
De promotie die door speelpleinwerkingen wordt gevoerd, focust op 2 doelgroepen: deelnemers enerzijds (prioritaire doelgroep kinderen en ouders) en begeleiders anderzijds (prioritaire doelgroep jongeren). Beide zijn quasi evenwaardig. Opmerkelijk; voor het eerst zien we dat werkingen aanhalen meer promo te richten op nieuwe begeleiders, dan op kinderen. Op zich niet onlogisch als je weet dat de zoektocht naar nieuwe begeleiders toch moeilijker verloopt dan vroeger en sommige speelpleinen anderzijds het maximaal aantal kinderen bereikt hebben dat ze kunnen ontvangen.
Toch 1 tip: trap niet in de valkuil om promotie achterwege te laten omdat je toch al (te) veel kinderen en/of animatoren hebt. Zelfs op die momenten is het cruciaal om je te tonen als speelpleinwerking. Misschien zit je zelfs in de luxesituatie dat je nog meer en expliciet je keuzes in de verf kan zetten en tonen wie je bent, waarvoor je staat.
Je moet niet alleen jongeren overtuigen om animator te worden, maar ook hun ouders (om te mogen/mee te stimuleren...)
Instagram en Tiktok, daar moet je zijn! Zijn we daar ook?
Wat zegt onderzoek?
Instagram en Tiktok, dat zijn dé kanalen die je momenteel best gebruikt voor promotie en informatie naar ouders, kinderen en jongeren. Al mag je het belang van Facebook in communicatie met ouders niet onderschatten en Snapchat bij jongeren. Dat blijft nog steeds groot. In functie van lokale werkingen blijft mond-aan-mond, mensen persoonlijk aanspreken en offline, gedrukte communicatie ook nog steeds héél relevant en waardevol.
Wat zegt de realiteit?
Het gebruik van (sociale) media zet zich verder door en blijft aan belang winnen, zowel naar ouders als naar jongeren toe. Maar de digitalisering heeft de offline promo zeker niet overgenomen. Anno 2021 verloopt de algemene promo verloopt vooral via facebook (65% = zelfde als 2015), instagram (nu 42%, slechts 6% in 2015) en via papieren media zoals flyers/affiches (54%) en het gemeenteblad (53%).
Als we ‘regelmatig’ en ‘(bijna) altijd’ samentellen is mond-aan-mond, jongeren die andere jongeren meebrengen, het belangrijkste kanaal om nieuwe animatoren aan te trekken. Ook (cursus)folders, een ouderwetse brief, flyers of het gemeenteblad en info-avonden blijven populair en worden door meer dan de helft van de organisatoren regelmatig of bijna altijd gebruikt. Ze moeten qua percentage (tegenover enquête 2010) wel hun 2e plaats inleveren ten koste van digitale media (sociale media, website…) die samen met mond-aan-mond de belangrijkste instrumenten vormen om jongeren te werven. Niet onlogisch natuurlijk. Op sociale media verloopt de zoektocht naar nieuwe begeleiders vooral via facebook (73%) en instagram (47%). Youtube, TikTok en snapchat blijven minder/niet gebruikte promokanalen.
Speelpleinen zijn dus vooral op Instatrein gesprongen. Geleidelijk aan zien we ook meer en meer werkingen Tiktok gebruiken. In september vorig jaar wijdden we nog een volledig magazine aan sociale media en speelpleinwerk. Speelpleinen zijn dus min of meer mee met de trends, maar lopen er wel een beetje achteraan. Vooral in onze zoektocht naar animatoren blijkt Facebook nog steeds in trek, terwijl dit toch niet echt de plek is waar jongeren vandaag zitten. (Nog) wel hun ouders en misschien is dat insteek waarom speelpleinwerkingen hier vast aan houden? Het klopt dat (groot)ouders ook een erg belangrijke rol spelen in de aanmoediging of remming naar het animatorschap. Je moet niet alleen jongeren overtuigen, maar ook hun ouders.
Aandacht voor basiscommunicatie
En vergeet in tussentijd ook gewoon je basiscommunicatie niet uit het oog te verliezen. Bij de opmaak van de kalender om op speelpleinbezoeken te gaan stelden onze lokaal ondersteuners opnieuw vast dat heel veel speelpleinwebsites niet volledig zijn of oude info bevatten. Soms moesten ze zelfs heel goed zoeken naar de basisinfo zoals openingsdagen, uren, en/of locatie... We zien ook dat meer en meer lokale besturen op hun website een algemeen nummer en emailadres promoten en hoe langer hoe minder de speelpleinverantwoordelijke met naam, foto en nummer expliciet vermelden. Ik vind dit nefast inzake klantgerichtheid, toegankelijkheid en vertrouwen. De speelpleinverantwoordelijke moet een vertrouwd gezicht vormen, bereikbaar en aanspreekbaar zijn tijdens de speelpleindagen. Op een algemeen nummer terechtkomen dat aangeeft dat de gemeentediensten in de namiddag gesloten zijn daar heb je als ouder niets aan...
Beetje verouderd (uit 2016) , maar nog steeds relevant.
Doe onze websitetest en ontdek hoe je website scoort.
87% wil dat ‘speelpleinwerk’ als jeugdwerkvorm in de toekomst aan naambekendheid wint. Dat wordt een belangrijke, gezamenlijke uitdaging voor lokale werkingen en de VDS.
De uitstraling van speelpleinwerk
Meer dan de helft van de speelpleinverantwoordelijken is niet of helemaal niet akkoord dat we speelpleinwerk duidelijk(er) moeten profileren als opvanginitiatief. Dat is een belangrijke boodschap (ook aan ons adres). Via de bordjes die speelpleinen, lid van de VDS, ontvangen en ophangen aan de speelpleinpoort proberen we ook al een paar jaar achter elkaar ouders die informeren over waar speelpleinwerk wel en niet voor staat. In 2023 zet de genuanceerde quote: 'We vervullen een opvangfunctie, maar zijn kinderopvang' die uitkomst uit de enquête ook kracht bij. In 2024 leggen we de focus op wat speelpleinverantwoordelijken in de bevraging als belangrijkste bestaansreden en hoofddoel van speelpleinwerk opgaven: 'Op het speelplein is spelen het doel op zich, spelen om te spelen. Een zinvolle vrijetijdsbesteding'.
87% wil dat ‘speelpleinwerk’ als jeugdwerkvorm in de toekomst aan naambekendheid wint. Dat wordt een belangrijke, gezamenlijke uitdaging voor lokale werkingen met VDS als bondgenoot. Vorig jaar, in 2021, lanceerden we in dat kader al onze brede campagne 'speelpleinwerk, iets voor jou' naar ouders met filmpjes, website, JBC-collectie, ouders aan het woord... Ook 150 lokale werkingen schaarden zich achter deze positieve campagne over speelpleinwerk. Dat leverde héél fijne reacties op. We gaan dat in de toekomst blijven doen. Zo helpen we elkaar een handje om van speelpleinwerk een sterk merk te maken met een sterke communicatie.
Download het rapport met alle resultaten
Jo Van den Bossche werkt al 35 jaar bij de VDS en is algemeen directeur. Sasja Rooman heeft al 10 jaar als VDS-vrijwilliger achter de kiezen en sinds januari kersvers voorzitter van de VDS. Ook zij lieten hun deskundig oog vallen op de resultaten. Het dubbelinterview kan je lezen in ons laatste magazine Pit.
Tine is de volgende
Tine is verantwoordelijke beleid en kijkt dus met een beleidsmatig kantje naar de resultaten. Wat zeggen de resultaten over het speelpleinwerk en wat moeten we op verschillende (politieke) niveaus meenemen?
Zij deden ook hun verhaal...
Jo, directeur VDS
Yana, externe toegankelijkheid
Yana is onze medewerker toegankelijkheid. Zij is de volgende collega die vanuit haar functie door de enquête scrolt en op zoek gaat naar cijfers die verband houden met toegankelijkheid, inclusie, diversiteit... Haar mening lees je hier!
Simon en Kobe, lokale ondersteuning
Simon en Kobe zijn twee van onze Lokaal Ondersteuners. Zij zijn hét aanspreekpunt voor de Antwerpse en Limburgse speelpleinen en staan dus dagdagelijks met hun voetjes in de speelpleinrealiteit. Lees hier hun kijk op de resultaten.
Wauter, speelinitiatieven
Ayna en Stephanie
Ayna en Stephanie zijn twee van onze ploegondersteuners. Met hun unieke kijk op vrijwilligerswerk nemen zij de resultaten onder handen. Meer daar over lees je hier!