Sinds 1993 wordt de relevantie en toekomst van het speelpleinwerk bewaakt en ondersteund, met 2 grote aandachtspunten: speelpleindienstverlening en kadervorming.
Eind jaren ’90, begin jaren 2000 krijgt het tot dan toe versnipperde kadervormingsluik (13 kaderscholen) een provinciale invulling:
- In 1998 wordt Kaderschool NDO Brabant ‘VDS Steunpunt Vlaams-Brabant’ en smelten Kaderscholen Speldeprik-Oost en -West samen tot ‘VDS Steunpunt Oost-Vlaanderen’. In 1999 volgt ook ‘VDS Steunpunt West-Vlaanderen’.
- Andere oudere kaderscholen (Thomas – OCS – Kaderschool voor Begeleiding van Gehandicapten – Don Bosco – Duinen-Heide) vinden zich niet terug binnen de keuze om ten volle de kaart ‘speelpleinwerk' te trekken en verlaten NDO om er mee te stoppen, elders onderdak te zoeken of een eigen erkenning te halen.
- Kaderschool Dienst voor Speelruimte Limburg wordt in 2002 ‘VDS Steunpunt Limburg’.
- De laatste stap naar één VDS voltrekt zich binnen ‘VDS Steunpunt Antwerpen’: de vormingscentra Mol-Galbergen, Groot-Antwerpen en Mechelen vormen sedert 2000 ‘VDS Steunpunt Antwerpen’ maar de 3 cursusploegen blijven voorlopig afzonderlijk opereren. Als in 2006 Vormingscentrum Groot-Antwerpen afscheurt, besluiten de 2 resterende centra om vanaf 2008 operationeel één ploeg te maken.
De 5 provinciale steunpunten zijn dan formeel gestructureerd in aparte vzw’s, elk met in hun bestuursorganen vertegenwoordigers uit het lokale veld. De Raad van Bestuur van de landelijke vzw bestaat uit de voorzitters van de provinciale vzw’s, in de Algemene Vergadering worden ze aangevuld met één (of twee) extra bestuursleden van de provinciale vzw’s.
Half 2004 ontstaat nog een zesde steunpunt: de VDS ontwikkelt binnen de schoot van de landelijke vzw in samenspraak met de VGC het VDS steunpunt Brussel, met Brussels Hoofdstedelijk gewest als werkingsgebied.
Geen aparte juridische entiteit meer, want het wordt dan immers al duidelijk dat de opgesplitste structuur schreeuwt om centralisering van de organisatie. Een ééngemaakte VDS zal ook kwalitatief meer impact hebben. Externe signalen van overheid en partners maken dit besef alleen maar groter.
In 2005 wordt de fusieoperatie ook officieel vormgegeven. Er wordt vanaf dan één personeels-, dagelijks en financieel beleid gevoerd. Voorlopig blijven de regio’s toch ook nog een eigen inhoudelijke invulling aan het beleid geven, maar raken meer en meer afgestemd op elkaar met globale accenten voor de ganse VDS. In de daaropvolgende jaren draait ook deze denkwijze verder om en wordt de VDS ook echt één organisatie. Wanneer in 2012 de nieuwe frisse en speelse huisstijl wordt gelanceerd, wordt enkel nog anekdotisch gerefereerd aan de vroegere verschillen.