Kinderen weten wat ze doen. Bij elke uitdaging gaat dit stappenplan door hun hoofd. Bij elke stap denken de kinderen bewust na. Speel hier op in. Spreek de kinderen aan of bevraag wat hen tegenhoudt.
- Ik mag het
- Ik wil het
- Ik durf het
- Ik doe het
Gebruik positieve woorden en stimuleer kinderen terwijl ze bezig zijn. Dat doe je niet door 'Pas op!' te zeggen, maar wel door deze tips:
- Maak kinderen bewust van wat ze doen: Zie je dat ..., Probeer ..., Gebruik ..., Hoor je ..., Voel je ..., Voel je je ...?
- Help hen probleemoplossen denken: Wat is je plan? Wat kan je gebruiken? Waar ga je ...? Hoe ga je ...? Wie gaat ...?
Geef kinderen de keuze of ze mee doen met de avontuurlijke activiteit of niet. Zorg voor genoeg keuzemogelijkheden binnen een activiteit. Bijvoorbeeld: laat kinderen kiezen hoe of op welk voorwerp ze van de glijbaan willen glijden. Zo hebben kinderen zelf hun uitdaging in de hand en kunnen ze hun eigen grenzen aanvoelen.
Zoek naar andere factoren die het welbevinden van kinderen kunnen bevorderen. Dit staat in evenwicht met de uitdaging. Bijvoorbeeld: geef kinderen de keuze met wie ze samen een uitdaging aangaan, voorzie een leuke inkleding, of zorg voor een wamre drank na het buitenspelen in de modder.