Grensoverschrijdend gedrag

Een papa die belt met een klacht over kinderen die zijn dochter pesten, een Whatsapp-groep met bewerkte foto’s van een animator, een kind met blauwe plekken, twee meisjes die beginnen vechten op het speelplein, een animator die een oogje heeft op een van de tieners… Het zijn allemaal grensoverschrijdende situaties waar elke speelpleinwerking mee in contact kan komen.

De Vlaamse Dienst Speelpleinwerk gelooft sterk dat intens spelen voor veel kinderen een verademing kan zijn. Het speelplein is een plek waar kinderen, maar ook animatoren, kunnen experimenteren in een veilige omgeving. Een plek waar ze grenzen leren stellen en omgaan met de grenzen van anderen. Maar wat als die grenzen overschreden worden? Met andere woorden: wat als de integriteit van een kind of animator geschonden wordt?


Wat is grensoverschrijdend gedrag?

Grensoverschrijdend gedrag (GOG) is gedrag waarbij iemand grenzen, regels of waarden overschrijdt – of daarmee dreigt – met materiële, lichamelijke of psychische schade voor anderen of zichzelf tot gevolg. De persoon is zich niet per se bewust van de gevolgen en effecten van zijn gedrag. Het is daarom van groot belang om een bewustwording rond integriteit te creëren. Ex-kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen omschreef integriteit als volgt: “Integriteit gaat om het leren grenzen stellen én om het leren omgaan met grenzen, bepaald door anderen en door maatschappelijke normen en waarden.” 

  • Er zijn verschillende soorten GOG: verbaal, psychisch, fysiek, materieel, seksueel, t.a.v. zichzelf… Niet elke vorm van GOG is strafbaar maar dat betekent niet dat het toelaatbaar is. “Wat voor de één toelaatbaar is, gaat voor de ander over de persoonlijke grens. Subjectieve elementen spelen dus een rol.” Dit argument wordt soms aangehaald om GOG niet aan te pakken of in een grijze zone te houden. Bepaalde situaties worden voor iedereen als grensoverschrijdend beschouwd. Zo bijvoorbeeld: seksueel GOG, pesten, discriminatie, sexting, fysiek of mentaal geweld, stalking, fysieke of mentale bedreigingen, kindermishandeling…

  • Grensoverschrijdend gedrag (GOG) is een fenomeen dat in alle sectoren voorkomt waar een gezags- of machtsrelatie speelt. Helaas dus ook in het speelpleinwerk. Er bestaan geen oplossingen die GOG altijd en overal kunnen vermijden, noch op het speelplein, noch in andere sectoren. Elk speelplein doet er wel goed aan om een hierover een beleid te voeren en het thema bespreekbaar te houden. Op deze pagina vind je handvaten om je speelplein hierin te ondersteunen. 

Wanneer bepaald gedrag de grens van een ander overschrijdt, dan wordt ingrijpen belangrijk.

Seksueel grensoverschrijdend gedrag

Om situaties van (mogelijks) seksueel GOG gedrag beter te kunnen beoordelen, is het belangrijk goed te weten wat onder dit begrip valt. Wij hanteren de definitie van Sensoa: Elke vorm van seksueel gedrag van of ten aanzien van een kind in verbale, non-verbale of fysieke zin, al dan niet opzettelijk, waarbij het seksueel gedrag niet voldoet aan een of meerdere van de zes criteria uit het vlaggensysteem van Sensoa:

  1. Wederzijdse toestemming: Gaan alle betrokkenen akkoord en voelen zij zich er prettig bij?
  2. Vrijwilligheid: Is er geen sprake van beloning, manipulatie, druk of dwang?
  3. Gelijkwaardigheid: Zijn de betrokkenen gelijkwaardig op het vlak van leeftijd, intelligentie, macht en maturiteit?
  4. Ontwikkeling: Is het gedrag typisch en aanvaardbaar voor de ontwikkelingsfase?
  5. Context: Houdt het gedrag rekening met de omgeving en stoort het niemand?
  6. Zelfrespect: Veroorzaakt het gedrag geen fysieke, emotionele of psychische schade bij de persoon zelf?

Aan de hand van deze 6 criteria kan je seksueel gedrag indelen in 4 categorieën, aangeduid met verschillende kleuren vlaggen.

  • Groene vlag: aanvaardbare seksuele situatie.
  • Gele vlag: licht grensoverschrijdende seksuele situatie.
  • Rode vlag: ernstig grensoverschrijdende seksuele situatie.
  • Zwarte vlag: zwaar grensoverschrijdende seksuele situatie.

Het Vlaggensysteem helpt je om tot een goed overwogen reactie te komen na het toepassen van 6 criteria op een concrete situatie. Dat geeft tegenwicht tegen emotioneel of paniekerig reageren, of tegen onverschilligheid.


Bij wie binnen de VDS kan je terecht?

Yana en Simon, onze aanspreekpunten integriteit (API)

Vanaf 2018 heeft elke jeugdorganisatie een Aanspreekpunt Integriteit (API), zo ook de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk.

De Vlaamse overheid vraagt immers aan alle organisaties die met kinderen en jongeren werken, om zo'n aanspreekpunt aan te duiden naar aanleiding van het Vlaams Actieplan Integriteit

Yana en Simon zijn binnen de VDS een Aanspreekpersoon Integriteit (API). Je kan hen contacteren als er sprake is van een integriteitsschending. Dat is elke vorm van lichamelijk, seksueel, moreel of psychisch gedrag waarvan jij vindt dat het over jouw grens gaat of over de grens van iemand anders.

Heb je een vraag, opmerking, klacht of andere boodschap in verband met (seksueel) grensoverschrijdend gedrag en lichamelijke en (seksuele) integriteit binnen de VDS of het speelpleinwerk kan je rechtstreeks bij Yana en Simon terecht. Zij luisteren naar jouw vraag of verhaal en verwijzen door wanneer nodig of verlenen advies bij de mogelijke vervolgstappen. Je kan hen bereiken via:

  •  (0498 47 62 65)
  •  (0485 10 89 72)

Gezien de VDS veel belang hecht aan lokaal werken, is de vertrouwensband tussen de speelpleinen en onze lokale speelpleinondersteuners vaak veel groter. Het is dan ook logisch dat zij in de praktijk het eerste aanspreekpunt zullen zijn en in samenspraak met Yana en Simon het nodige doen. 
Wat crisiscommunicatie betreft kan je ons elke vakantie bereiken op het noodnummer


Preventie van GOG

6 vuistregels op het speelplein

Een goed doordachte visie en een bewust beleid is essentieel vooraleer men start met het uitdenken van concrete acties voor preventie of aanpak. Een beleid over GOG vertrekt vanuit de visie van de organisatie.

Met de VDS stellen we zes vuistregels voorop, die allen gebaseerd zijn op vertrouwen in de jongeren. Op speelpleinen komen dagelijks veel kinderen langs en zijn er vele jongeren actief. Het kan niet de bedoeling zijn om een heksenjacht te starten of een schrikbewind te voeren. Een goed beleid vertrekt vanuit vertrouwen.

Signaal!


Het is belangrijk om attent te zijn voor de combinatie van een aantal signalen, de frequentie of de graad van ernst van de verschillende signalen. Deze signalen kunnen leiden tot een vermoeden en verdere opvolging van de situatie.


Preventieve maatregelen

Zoals gezegd, is het helaas niet mogelijk om alle gevallen van GOG te vermijden maar dat mag geen excuus zijn om niets te doen.
Preventieve maatregelen hebben wel degelijk effect. We denken hierbij aan:

  • Het aanduiden van vertrouwenspersonen: een ervaren animator, een hoofdanimator of speelpleinverantwoordelijke.
    Het kan hierbij interessant zijn om zowel een man als vrouw als vertrouwenspersoon te hebben.
  • Het thema bespreekbaar maken en levendig houden bij kinderen en animatoren.
  • Visualiseren van de nultolerantie tegen GOG.
  • Vlaggensysteem van Sensoa communiceren.
  • Alert zijn voor signalen en risicofactoren bij kinderen en animatoren.
  • Aandacht besteden in en buiten activiteiten om kinderen te leren kennen.
  • Contact onderhouden met gespecialiseerde organisaties (contactgegevens up to date houden, preventieve acties samen uitwerken…)

Overheid verplicht uittreksel uit strafregister als preventiemaatregel

Om de beleidsdomein overschrijdende aanpak tegen grensoverschrijdend gedrag te versterken, werkte de Vlaamse Regering het Vlaamse actieplan ter bestrijding van seksueel geweld uit, goedgekeurd op 13 oktober 2020. Dat decreet is één van zeventig andere acties die opgenomen zijn in het Vlaamse actieplan ter bestrijding van seksueel geweld.  In dat plan wordt het verplicht voorleggen van een "attest goed gedrag en zeden" of "een uittreksel uit het strafregister - model 596.2" voor elk ieder die structureel in contact komt met minderjarigen vastgelegd.

Vanaf 1 februari 2023 is het verplicht om een attest op te vragen voor meerderjarige animatoren met contract op je werking. Je kan beslissen om van alle animatoren het attest op te vragen, maar daarvan is de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk geen voorstander. 

Animatoren verplichten om een uittreksel uit het strafregister te laten voorleggen is voor de VDS geen goede maatregel.
Integendeel, het geeft een vals gevoel van veiligheid.

Waarom?

  • Als er nog geen veroordeling is, is er niks zichtbaar op het uittreksel.
  • Voor minderjarigen (een groot deel van de animatoren is minderjarig) komt dat niet automatisch op het ‘bewijs’.
  • Als er geen correctionele rechtbank is tussengekomen, verdwijnen genoteerde feiten na 3 jaar van het strafblad.
  • Zelfs wanneer er wel een veroordeling is, komt dit pas na geruime tijd (kan in sommige gevallen enkele jaren duren) op het uittreksel.
  • Als iemand nooit ‘gepakt’ werd voor bepaalde feiten, dan blijft het uittreksel ook blanco.
  • Belangrijker nog: ook inhoudelijk is de VDS geen voorstander om te streven naar dergelijke formele attesten of garanties. Het werpt een extra drempel op om vrijwilliger te worden en staat haaks op het principe van vertrouwen in jongeren. 

Meer lezen ...


Een passende aanpak voor ongepast gedrag

Één aanpak die voor iedereen en voor elke situatie geldt, is er natuurlijk niet. Elk kind en elke animator vergt een specifieke aanpak. Maar ook verschilt de aanpak naargelang de situatie acuut, chronisch of eenmalig, bewezen of niet, gezien of gemeld is... 

aanpak t.a.v. het slachtoffer

  • Bepaal vooraf wie aanwezig zal zijn op het gesprek.
  • Beloof nooit dat je het niet verder zal vertellen.
  • Laat het kind zijn/haar verhaal doen en laat het kind merken dat je zijn/haar verhaal serieus neemt.
  • Stimuleer het kind om dit in de eerste plaats zelf aan de ouders te melden (ga indien nodig mee of vraag de ouders naar het speelplein). In sommige kan het noodzakelijk zijn dat je dit toch zelf aan de ouders meldt.
  • Overleg (intern en/of extern) of dit aan officiële instanties gemeld moet worden. 

aanpak t.a.v. de dader

  • Bepaal vooraf wie aanwezig zal zijn op het gesprek.
  • Laat de persoon zijn/haar verhaal doen, luister en noteer.
  • Meld de persoon wat de volgende stappen zijn die je zal ondernemen. (overleg, melding aan ouders, politie, persoon schorsen…)
  • Overleg (intern en/of extern) of dit aan officiële instanties gemeld moet worden.
  • Bekijk samen met de persoon welke hulp hem/haar kan geboden worden. 

aanpak t.a.v. de werking

  • Hou dit discreet. Niet iedereen hoeft op de hoogte te zijn.
  • Schrijf alle stappen op die je in deze situatie zet.
  • Geef iedereen (kinderen en/of animatoren) die de nood voelt de tijd en ruimte om zijn/haar verhaal te doen.
  • Indien nodig, stuur de werking bij.
  • Indien dit zich toch (dreigt te) verspreid(en), zorg voor een snelle en duidelijke communicatie. Dit zowel intern naar de ploeg als extern. 
  • De lokale ondersteuners van de VDS ondersteunen waar nodig.  

Je staat sterk met een eigen integriteitsbeleid

De VDS moedigt elke speelpleinwerking aan om zelf aan de slag te gaan met een integriteitsbeleid. Zo maak je van je werking een veiligere omgeving waar jongeren en kinderen voluit vakantie kunnen beleven. Tegelijkertijd versterk je jongeren en kinderen in het aangeven en respecteren van hun eigen grenzen en die van anderen. Met een sterk beleid en gemotiveerde aanspreekpunten zul je sneller gevallen van grensoverschrijdend gedrag kunnen voorkomen, in de kiem smoren of beter kunnen reageren om slachtoffers en plegers beter te ondersteunen. 

Gelukkig hoef je hiervoor het warme water niet uit te vinden. Aan de hand van www.grenswijs.be kan je je eigen werking laten screenen en krijg je meteen de tools aangereikt om een beleid op poten te zetten. Neem dus zeker eens een kijkje op www.grenswijs.be.


In 2023 herwerkte Pimento hun Stappenplan Integriteitsbeleid: Hoe zorg je als organisatie voor een realistisch en gedragen integriteitsbeleid? 

Met dit interactief instrument kan je als organisatie zelf aan de slag. Per stap krijg je een beknopte uitleg en een of meerdere concrete opdrachten om de stap in de praktijk te brengen. Volg het stappenplan, voer de opdrachten uit. Je eindigt met een uitgewerkt integriteitsbeleid op maat van jouw organisatie! Hoe voorkom je integriteitsschendingen van kinderen en jongeren in jouw organisatie? Hoe reageer je op pestproblemen, seksueel grensoverschrijdend gedrag of agressie? De overheid verplicht elke jeugdorganisatie een beleid rond integriteit te ontwikkelen.

Pimento formuleert ook drie gouden tips om om te gaan met grensoverscheidend gedrag binnen je organisatie: 

Betrek de API erbij

Het is de functie van de API om jou te ondersteunen in die moeilijke situatie. Zorg dat je weet wie de API is en hoe je hen kan contacteren. 

Voor de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk zijn en de API's. 

Doe iets!

Bang zijn om fout te handelen houdt mensen vaak tegen om in moeilijke situaties zoals deze in te grijpen, maar doe iets. Een luisterend oor, een rustige plek of een glas water zijn zaken die je als begeleider in het jeugdwerk altijd kan aanbieden.

Verwijs door!

In geval van ernstige integriteitsschendingen of situaties van zwaar grensoverschrijdend gedrag hebben betrokkenen vaak meer nodig dan een luisterend oor of een glas water. Als jeugdwerker ben je geen hulpverlener. Op dat moment is het dus goed om te weten aan welke organisaties je (al dan niet samen met de API) advies kan vragen of naar welke organisaties je het kind of de jongere kan doorverwijzen. Lees op pagina 18 en 19 van het stappenplan welke organisaties er zoal zijn.


Schrijf je eigen integriteitsbeleid

Je staat het sterkst in je schoenen tegenover grensoverschrijdend gedrag als je als werking een integriteitsbeleid hebt. Een goed integriteitsbeleid is gedragen door de hele organisatie. Aangezien iedereens grenzen anders zijn, maar sommige grenzen bij wet vastliggen, is het belangrijk hierin voortdurend in gesprek te gaan binnen je werking. 

Een goed integriteitsbeleid werkt daarom in op drie duidelijke niveaus: 

Kwaliteitsniveau

Zorg voor een aangenaam en aangepast klimaat binnen je organisatie. Als je een duidelijke visie hebt over welk gedrag ongepast of gewenst is, is het voor je medewerkers gemakkelijker zich hierin te vinden. 

Preventieniveau

Op dit niveau ga je proactief werk maken van het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag. Het aanduiden van verantwoordelijken binnen de organisatie, het organiseren van vormingen en infosessies enz.  

Reactieniveau

De maatregelen in dit niveau bouwen verder op het preventieniveau en bepalen hoe er met een incident kan worden omgegaan. Werk hierbij een helder handelingskader uit dat de nodige aandacht besteedt aan nazorg en herstel. 

Laat je inspireren door ons integriteitsbeleid

Sinds de opmaak van ons eerste integriteitsplan in 2015 merken we in onze interne werking een grotere bewustwording bij vrijwilligers en beroepskrachten. We stelden al snel vast dat het plan zelf, maar ook de aanloop naar de opmaak ervan, medewerkers taal gaf om met elkaar in gesprek te gaan, waarden en normen af te toetsen, grenzen aan te geven en ondersteuning te bieden waar nodig.

Nieuwe inzichten en verdere evolutie in de maatschappijvisie rond het thema, meer meldingen rond grensoverschrijdend gedrag vanuit de lokale werkingen, maar ook in de eigen organisatie zorgen ervoor dat de VDS zijn intern integriteitsplan eind 2022 een update gaf, inclusief handige fiches. We stellen het ter beschikking als inspiratiebron voor lokale werkingen als eventuele kapstok. 


Vermoeden van GOG buiten het speelplein (kindermishandeling)

Het gebeurt soms dat kinderen zaken vertellen tegen animatoren die gebeuren in de thuissituatie. Daar heb je als speelpleinwerking geen vat op. Indien er zorgwekkende signalen zijn, ga in gesprek met het kind om je vermoeden meer te staven. Indien er voldoende signalen zijn, schakel dan de gespecialiseerde organisaties in. Zij zullen je raad geven over de volgende stappen.

Hoe ga je aan de slag met dit thema?  

Je kan niet voorkomen wat er in de thuissituaties van de kinderen en animatoren op je werking gebeurt, maar je kan je als organisatie wel voorbereiden om kinderen en jongeren in verontrustende situaties zo goed mogelijk op te vangen. 

Kimiwa

Het Vlaams Expertisecentrum voor Kindermishandeling (VECK) ontwikkelde een handige tool om om te gaan met kindermishandeling binnen het jeugdwerk: www.kimiwa.be

De 4 basiskrachten van Kimiwa

Kimiwa vertrekt vanuit een simpel maar krachtige insteek: als jeugdwerker ben je dan misschien geen hulpverlener, toch kan je als animator enorm veel betekenen voor kinderen en jongeren in verontrustende situaties. 

De website is opebouwd rond vier basiskrachten die elke jeugdwerker al in zich heeft. Kimi wil deze versterken bij elke jongere: 

Kimiwa wil lokale jeugdwerkers duidelijk maken dat ze sowieso al meer kunnen en betekenen dan ze in eerste instantie misschien denken én dat je als jeugdwerker nooit alleen staan. Zo vind je op Kimiwa ook een pagina vol doorverwijslinks. Verspreid Kimiwa dus zeker onder je animatorenploeg! 

Preventie
  • Zet in op een aangenaam en veilig klimaat voor iedereen die naar je werking komt. Durf jezelf kritisch de vraag stellen of dit al het geval is en denk na over welke stappen je kan zetten om dit te verwezenlijken.
  • Duid een aanspreekpunt aan bij wie animatoren terecht kunnen met hun bezorgdheden. Animatoren hoeven nooit alleen te blijven met hun verontrusting. 
  • Leer signalen herkennen. Er zijn heel wat signalen die kunnen wijzen op kindermishandeling, maar de aanwezigheid van die signalen betekent niet dat het per se om kindermishandeling gaat. (voor een overzicht van mogelijke signalen en hoe ze te herkennen klik hier)
In geval van nood

Heb je weet van een gevaarlijke of onveilige thuissituatie? 
Ben je verontrust over iemand op je werking? 
Schat altijd eerste de situatie in. 

  1. Noodsituatie
    We spreken van een noodsituatie wanneer iemand in fysiek gevaar verkeert en dus direct bescherming nodig heeft. Indien er sprake is van een noodsituatie bel je meteen de politie (101) of hulpdiensten (112). Meer info vind je op politie.be

  2. Geen acuut gevaar
    In de meeste gevallen zal er echter geen acuut gevaar zijn. Dan is het aangewezen om alle betrokken partijen te kalmeren en zelf een koel hoofd te bewaren. Maak de inschatting of concreet ingrijpen nodig is. Je weet nooit op voorhand welke impact je acties kunnen hebben. Vaak is luisteren naar iemand verhaal al heel wat. 

  3. Roep advies in
    Om te onderzoeken of ingrijpen nodig is staan er verschillende instanties voor je klaar. Binnen de VDS kan je altijd terecht bij de API's of je kan rechtstreeks contact leggen met je lokale Vertrouwenscentrum Kindermishandeling. Een goeie reflex om te kweken is contact zoeken met 1712, dé professionele hulplijn voor vragen over geweld, misbruik en kindermishandeling.

What's in a name

Ben je verplicht om actie te ondernemen als je een vermoeden hebt van mishandeling? Mag je vertrouwelijke informatie doorspelen, ook als je weet dat de persoon in kwestie je in vertrouwen nam?

Discretieplicht

Als jeugdwerker heb je geen beroepsgeheim, maar wel discretieplicht. Dit wil zeggen dat je de vertrouwelijke informatie niet moedwillig misbruikt of doorgeeft aan derden. Geef enkel de noodzakelijke informatie door aan de verantwoordelijke of de betrokkenen. Wie de discretieplicht schendt, kan in het uiterste geval strafrechtelijk veroordeeld worden.

Meldingsplicht

Dit is een plicht van elke burger. Als blijkt dat je vermoeden groot genoeg is om aan te nemen dat een kind of jongere onrecht wordt aangedaan of in nood verkeert, heb je als burger de plicht om dit door te geven. Als je getuige bent van een misdrijf, moet je dat melden. Als je dat niet doet, pleeg je schuldig verzuim. Je hoeft niet meteen de politie op te bellen, maar je moet wel kunnen aantonen dat je er alles aan gedaan hebt om de persoon in nood te helpen, door zélf hulp te bieden of door de hulp van anderen in te schakelen.

Noodbox

De Noodbox is een handig invulbare PDF waarmee je op voorhand nadenkt over mogelijke crisissen op het speelplein, aangepast aan jouw specifieke situatie en aangevuld met tips, telnrs...

Dossier 7 gaat over kindermishandeling. 


Meer lectuur en handige tools!

Pit 13: Integriteit op het speelplein


In maart 2019 stond ons magazine Pit. in het teken van integriteit: over signalen, basisregels, een bewijs van goed gedrag en zeden, discretie- en meldingsplicht en een poster waarmee je een reactieplan kan opstellen voor jouw speelplein. 

 

Pit 28: Jeugdwerk vs. jeugdwelzijnswerk


Eind 2022 schreven we opnieuw een magazine met als titel: 'jeugdwerk versus jeugdwelzijnswerk'. Wat is de rol van jeugdwerk? Waar begint en eindigt de taak van begeleiders in het jeugdwerk...   

 

 

Van andere organisaties

  • Het spel (N)iets mis mee helpt je op basis van 6 criteria inschatten of gedrag (on)gepast is. Het materiaal is gebaseerd op het Sensoa Vlaggensysteem en bestaat uit concrete situaties, een wegwijzer bij een kwaliteits-, preventie- en reactiebeleid over seksualiteit, basisinformatie over ondersteunende instanties en een actieplan over omgaan met een vermoeden, melding of onthulling van grensoverschrijdend gedrag of seksueel misbruik. 


Je kan het spel bij de VDS ontlenen. Neem contact op met je lokaal ondersteuner om meer info te krijgen. Of hoor rechstreeks bij Pimento die vormingen geven rond deze handige tool.  

Noodbox: dossier 4

  • Onze noodbox grensoverschrijdend gedrag is een handig invulbare PDF waarmee je op voorhand nadenkt over mogelijke crisissen op het speelplein, aangepast aan jouw specifieke situatie en aangevuld met tips, telnrs... Enkel voor leden beschikbaar.

DEBAT: Mogen we nog 'verkrachtertje' spelen?

 

De kuskesdans doen met kleuters, vleeshoop met de tieners of ‘verkrachtertje’ met de animatoren… mag dat nog?  Bij de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk stellen we speelplezier voorop, ook in deze discussie. Het kan niet de bedoeling zijn dat deze spelletjes niet meer gespeeld mogen worden. Ze brachten duizenden kinderen al vele uren speelplezier.

Het belangrijkste is dat de spelen zowel emotioneel als fysiek veilig zijn voor de kinderen. Het gaat om onschuldige spelletjes en we moeten het taalgebruik bij sommige spelletjes niet dramatiseren. Een taalgebruik als ‘verkrachtertje’ past echter niet binnen de omgangsvorm tussen kinderen en animatoren of animatoren onderling, ook al was het ooit grappig bedoeld. We willen speelpleinanimatoren dan ook aanmoedigen om de spelletjes te blijven spelen, maar een fijngevoeligere naam te kiezen.'

Gebruik je gezond verstand en maak het thema bespreekbaar.

 

Kattenkwaad ≠ grensover-schrijdend gedrag

Verwar storend gedrag en kattenkwaad niet steeds met grensoverschrijdend gedrag. Kinderen halen wel eens dingen uit. Kattenkwaad hoort erbij! Grijp in wanneer gedrag de grens van een ander overschrijdt.

Wist je dat...

  • ... je op www.speelplein.net/toegankelijkheid een deontologische code voor het jeugdwerk vindt, die je helpt beslissen of je al dan niet gevoelige informatie deelt.

  • .... elke speelpleinwerking wettelijk verplicht is (bv. via de informatienota of vrijwilligersovereenkomst) haar animatoren in te lichten over de meldings- en discretieplicht. Zo weet elke animator wat van hen verwacht wordt. Hier kan je alvast ter inspiratie de informatienota van de VDS voor zijn vrijwilligers bekijken.