Op 12 april 2022 ontvingen we een wederkerende brief vanwege het kabinet waarin we konden lezen dat 'het fiscale luik' die week op de agenda in de Kamer geagendeerd stond. De uitkomst is ondertussen duidelijk;
De werknemer die volgens artikel 17 tewerkgesteld wordt, moet een inkomstenbelasting van 10% op divers inkomen betalen op het moment van de fiscale afrekening (personenbelasting). Alle vergoedingen en kostenvergoedingen worden aan dit tarief belast tot een plafond van 6.390 euro per jaar (2022).
10% belasting op divers inkomen: technisch gezien gaat het om een belastingtarief van 20% op alle diverse inkomsten uit artikel 17, dus alle vergoedingen en kostenvergoedingen in het kader van uitvoering contract artikel 17. Van dat brutobedrag wordt de helft afgehouden om het belastbare bedrag te kennen, wat resulteert in een effectief belastingtarief van 10%: Belasting van 20% ( bruto – 50% van totale bedrag) = 10%.
Die hards kunnen de hele discussie nalezen in het integraal verslag van de plenaire vergadering (pdf, vanaf p.7).Gisteren volgde dan de stemming. Het wetsontwerp werd goedgekeurd door de Kamer. Nu is het alleen nog wachten op de publicatie in het Staatsblad.
In een bijkomende mail aan ons adres volgde op 21 april vanuit het kabinet
ook een antwoord op onze andere vragen:
Worden jongeren die geen enkele andere tewerkstelling hebben dan studentenarbeid en het monitorenstatuut vrijgesteld van het betalen van bedrijfsvoorheffing?
- "Deze personen betalen géén bedrijfsvoorheffing. De regels zijn op dat vlak niet veranderd."
Is de belastingvrije som nog steeds van toepassing op de 10% inkomstenbelasting bij het apart belasten van de inkomsten uit de tijdelijke tewerkstelling socio-culturele sector?
- "De belastingvrije som zal van toepassing zijn in de mate dat de globalisatie van de inkomsten voordeliger is dan de afzonderlijke taxatie van de inkomsten uit verenigingsactiviteiten."