Concreet zal elke meerderjarige medewerker bij zijn aanstelling eenmalig een specifiek uittreksel uit het strafregister, het vroegere attest van goed gedrag en zeden, van hoogstens een maand oud moeten voorleggen aan de organisatie waar hij actief wil zijn. Die moet het ‘goed en zedelijk gedrag van de betrokkene’ beoordelen, ‘dat minstens een onberispelijk gedrag in de omgang met minderjarigen inhoudt’. Een blanco strafblad is niet vereist. Na controle moet het document worden vernietigd. Alleen wie ‘slechts zeer uitzonderlijk in contact komt met een minderjarige’, is vrijgesteld.