Statuut van de organisatie

Een organisatie die een vakantiewerking organiseert kan dat doen in een heleboel verschillende statuten. Van een gemeentelijke dienst tot een feitelijke vereniging: alle mogelijke vormen bestaan.

We spreken van een 'rechtsvorm'. De rechtsvorm die je kiest bepaalt bijvoorbeeld of jouw organisatie een rechtspersoonlijkheid heeft en aan welke verplichtingen jouw organisatie moet voldoen, zoals het voeren van een boekhouding of het aanstellen van bestuurders.

Op deze pagina nemen we je mee in het amalgaam aan mogelijke rechtsvormen voor jouw organisatie en de voor- en nadelen van iedere vorm.

Wil je graag een werking oprichten? Is een gemeentelijke fusie voor jouw werking aanleiding om de plek binnen de gemeentelijke structuren te herdenken? Of ben je gewoon geïnteresseerd in al het moois dat deze pagina te bieden heeft? Lees dan zeker verder.

Er bestaat nog meer!

Hoewel je vakantiewerk kan organiseren in alle mogelijke verenigings- of venootschapsvormen beperken we ons op deze pagina tot verenigingen (vzw's of feitelijke verenigingen) en publiekrechtelijke organisaties (gemeentelijke diensten, EVA's en IVA's).


Publiek of privé?

Een eerste verschil in het statuut van een organisatie gaat over de vraag of het gaat om een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie.

Het onderscheid tussen beiden levert heel wat discussie op.

Op deze pagina spreken we van een privaatrechelijke organisatie als die georganiseerd wordt door burgers. Publiekrechtelijke organisaties zijn dan weer door de overheid in het leven geroepen: Gemeentebesturen zélf of organisaties die door hen opgericht worden.

Privaatrechtelijk

Alle rechtsvormen die voorkomen in het venootschaps- en verenigingsrecht beschouwen we als privaatrechtelijke rechtsvormen.

De overgrote meerderheid van publiekrechtelijke organisaties in het jeugdwerk zullen ofwel bestaan als feitelijke vereniging, ofwel als vereniging zonder winstoogmerk.

Binnen de brede sector van het vakantiewerk merken we op dat verschillende organsiaties ervoor kiezen om een of andere vorm van vennootschap op te richten. Op deze pagina vind je op dit moment enkel informatie terug over verenigingen.

Publiekrechtelijk

Alle rechtsvormen die niet opgenomen zijn het het vennootschaps- en verenigingsrecht, maar door een overheid in het leven geroepen zijn, vallen binnen het publiek recht.

De meeste van deze rechtsvormen worden voor Vlaanderen geregeld binnen het gemeentedecreet. Voorbeelden van organisaties binnen het publiek recht zijn:

  • Gemeentebesturen
  • Extern verzelfstandigde agentschappen (EVA)
  • Autonome gemeentebedrijven

Een gemeentebestuur kan er ook voor kiezen om agentschappen naar privaatrecht op te richten. In dat geval richt de gemeente een VZW op, die zich dient te houden aan zowel de bepalingen uit het gemeentedecreet (die bepalen onder welke voorwaarden zo'n EVA mag opgericht worden) als uit het verenigingsrecht (die bepalen aan welke voorwaarden die vzw zich moet houden)

Fusie?

 

Gaat jouw gemeente fuseren? Dan is dat een uitgelezen moment om over het statuut van jouw gemeentelijke werking na te denken.

We denken graag mee!

Neem gerust contact op met jouw lokale ondersteuner, of vraag een procesbegeleiding aan.


De wettelijke basis van je organisatie

Iedere organisatie kent een 'wettelijke basis'. Het gaat om een overeenkomst tussen de leden die beslissen om samen te werken aan een gemeenschappelijk doel. Die overeenkomst bepaalt waarvoor en hoe de organisatie opgericht wordt en welke afspraken er gelden.

Die leden kunnen zowel 'natuurlijke personen' (individuele burgers) als 'Rechtspersonen' (bestaande organisaties) zijn.

Wanneer zo'n overeenkomst gemeld wordt aan de overheid, en die dat publiceert in het staatsblad, krijgt jouw organisatie een rechtspersoonlijkheid.

Zo'n organisatie met rechtspersoonlijkheid moet voldoen aan wettelijke bepalingen, zoals een minimum aantal leden of de verplichting om wijzigingen in het bestuur van de organisatie aan te geven bij de overheid.

Overeenkomst tussen personen of organisaties

Organisaties zonder rechtspersoonlijkheid worden opgericht als overeenkomst tussen verschillende natuurlijke personen of organisaties.

Die organisatie is dan niet meer of minder dan een reeks afspraken tussen de leden ervan.

Als de organisatie zonder rechtspersoonlijkheid kan geen bezittingen hebben. Als je geen rechtspersoonlijkheid hebt, dan is ieder apart lid van de organisatie eigenaar van bezittingen ervan.

Dat geldt ook voor overeenkomsten: Als je met je organisatie zonder rechtspersoonlijkheid een overeenkomst sluit, dan moet die ondertekend worden door ieder individueel lid. Ieder individueel lid is dan ook verantwoordelijk voor het uitvoeren van die overeenkomst.

Een feitelijke vereniging is een voorbeeld van een dergelijke organisatie, net zoals een interlokale vereniging of een IVA.

 

Rechtspersoonlijkheid

Wanneer een organisatie een rechtspersoonlijkheid heeft, dan wordt die organisatie bekeken als een juridische entiteit. Dat wil zeggen dat ze 'bestaat' voor de wet: De organisatie kan overeenkomsten afsluiten, bezittingen hebben, ...

 Bij organisaties zonder rechtspersoonlijkheid is het niet de organisatie, maar de (verzameling van) leden die de verantwoordelijkheid dragen voor alle handelingen die de organisatie doet.


Mogelijke statuten van vakantiewerkingen

Iedere organisatie die een vakantiewerking organiseert doet dat binnen een bepaalde rechtsvorm. Iedere rechtsvorm biedt een aantal voor- en nadelen.

Het is aan de organisatoren van vakantiewerkingen om te bepalen welke rechtsvorm het dichtst aansluit bij hun behoeften.

Hieronder lijsten we een aantal vaak voorkomende statuten op. Het gaat om een summiere uitleg van die statuten, geen volledige beschrijving van alle wetten en regels.

Op die manier willen we je een overzicht bieden van wat mogelijk is. Wil je graag meer informatie, of aan de slag met deze statuten? Neem dan gerust contact op met jouw lokale ondersteuner.

Privaatrechtelijke statuten

De vereniging zonder winstoogmerk - VZW

Een VZW is een organisatie met rechtspersoonlijkheid. De meeste vakantiewerkingen die door burgers georganiseerd worden kiezen voor deze rechtsvorm. Ze biedt aan de bestuurders ervan heel wat bescherming, maar komt ook met verplichtingen.

Wat is dat?

De naam zegt het eigenlijk al: Een vereniging zonder winstoogmerk wordt opgericht om een belangeloos doel na te streven. Dat betekent niet dat een VZW geen winst mag maken met haar activiteiten, wel dat die winst niet uitgekeerd mag worden aan de bestuurders van die VZW.

Hoewel dat sterk afgeraden wordt, kan een bestuurder van een VZW wel betaald worden voor prestaties aan die VZW. Bijvoorbeeld voor het leveren van diensten en goederen, of als loon voor het uitvoeren van een arbeidsovereenkomst.

Een VZW wordt opgericht door minstens twee leden die een oprichtingsakte neerleggen bij de rechtbank. Die leden kunnen natuurlijke personen zijn, maar ook rechtspersonen kunnen een vzw oprichten. Op die manier kunnen twee vzw’s bijvoorbeeld een derde vzw oprichten die bestuurd wordt door aangeduide vertegenwoordigers van die oprichtende vzw’s.

De VZW heeft rechtspersoonlijkheid. Dat betekent dat de organisatie een aparte juridische entiteit is. Ze kan contracten afsluiten, bezittingen hebben en naar de rechter stappen. Als de VZW failliet gaat, dan worden de kosten niet verhaald op de individuele bestuurders, tenzij die grove fouten gemaakt hebben die geleid hebben tot dat faillissement.

Tegenover die bescherming staan dan weer een aantal plichten waar iedere vzw aan moet voldoen. Zo moet een VZW jaarlijks een jaarrekening voorleggen, bestaan er regels over hoe de vzw bestuurd moet worden en moeten in de statuten ­wettelijke bepalingen verplicht opgenomen worden.

Op een rijtje

Een vereniging zonder winstoogmerk biedt bescherming aan de leden ervan. Individueel vermogen van de leden en het vermogen van de VZW zijn gescheiden. Als een VZW haar verplichtingen niet kan nakomen kunnen schuldeisers niet raken aan de individuele vermogens van de bestuurders, tenzij die zware fouten gemaakt hebben.

Tegelijk kost het beheren van die VZW tijd en geld. Als je geen echte risico’s loopt, geen bezittingen hebt of nauwelijks contracten afsluit werk je beter als feitelijke vereniging.

We raden organisaties die een vakantiewerkingen willen opzetten aan om een organisatie met rechtspersoonlijkheid op te richten. Een VZW is daarbij de rechtsvorm die het meeste voordelen biedt, op voorwaarde dat je die vakantiewerking niet organiseert om de eventuele winsten aan jezelf uit te kunnen keren.

Alle informatie over het werken met een vzw vind je hier terug

De feitelijke vereniging

De term ‘feitelijke vereniging’ komt maar zijdelings terug in het wetboek rond vennootschappen en verenigingen. De wetgever erkent dat het bestaat, maar voor de rest wordt er eigenlijk weinig rond vastgelegd.

Wat is dat?

Een feitelijke vereniging ontstaat automatisch wanneer twee of meer individuen beslissen om samen te werken aan het bereiken van een gemeenschappelijk doel. De basis van zo’n vereniging zijn de afspraken die de leden met elkaar maken. Een feitelijke vereniging kan statuten opmaken waarin die afspraken opgenomen zijn.

Zo’n vereniging heeft geen rechtspersoonlijkheid: Voor de wet bestaat de vereniging niet, ook niet als er statuten opgemaakt zijn voor de feitelijke vereniging. De feitelijke vereniging is het collectief van de leden die samen contracten afsluiten, bezittingen hebben, of voor de rechter gedaagd worden als er iets misgaat …

Als een afspraak gemaakt wordt tussen de feitelijke vereniging en een derde partij moeten alle leden van die feitelijke vereniging dat contract ondertekenen. Denk bijvoorbeeld aan het openen van een bankrekening of het huren van een locatie. Bij het opmaken van statuten van de vereniging kan je ervoor kiezen om een lid van de vereniging het recht te geven de leden van de vereniging te vertegenwoordigen bij het afsluiten van een contract. Let wel: Het zijn nog steeds de individuele leden die verbonden zijn door die overeenkomst.

Aangezien een feitelijke vereniging een vaste groep van personen is, houdt de vereniging automatisch op met bestaan wanneer iets verandert aan die groep: Strikt genomen moet, wanneer bijvoorbeeld een lid van de vereniging stopt, alle bezittingen verdeeld worden onder de leden.

Om dat te vermijden kan je in de statuten van de vereniging een voorzettingsbeding afspreken. Dat wil zeggen dat je afspreekt dat de resterende leden de activiteiten kunnen verderzetten, collectieve goederen eigendom blijven van de resterende leden en contracten verdergezet wordt met de huidige leden van de feitelijke vereniging.

Op een rijtje

Een feitelijke vereniging biedt weinig bescherming aan de individuele leden ervan. Het individueel vermogen en dat van de feitelijke vereniging zijn niet gescheiden. Als de feitelijke vereniging dan bepaalde plichten niet kan nakomen, wordt naar de individuele leden gekeken om dat op te lossen.

Het grote voordeel aan het werken met een feitelijke vereniging is dat ze niet wettelijk geregeld is: Er zijn geen verplichtingen waaraan ze moet voldoen, zoals het neerleggen van statuten bij de rechtbank of het melden van nieuwe bestuurders.

Werken met een feitelijke vereniging is aan te raden wanneer je weinig tot geen risico loopt: Je hebt geen of weinig bezittingen, je sluit geen off weinig contracten af en loopt over het algemeen niet veel risico.

Wanneer je een aanbod opzet voor kinderen die onder toezicht staan van jouw organisatie raden we het af om voor een feitelijke vereniging te kiezen. Bij eventuele fouten zal de schade die daaruit ontstaat verhaald worden op de leden van de feitelijke vereniging.

Een feitelijke vereniging kan een interessant statuut zijn voor bijvoorbeeld een stuurgroep van een gemeentelijke werking. Je kan dan bijvoorbeeld een kleine geldsom verzamelen om bepaalde activiteiten te doen zonder onderworpen te zijn aan allerlei regels die je hebt binnen een gemeente. Een overeenkomst tussen de gemeente en de stuurgroep kunnen dan bijvoorbeeld dienen als statuten voor de feitelijke vereniging.

Publiekrechtelijke statuten

Gemeentelijke Dienst

Als het speelplein georganiseerd wordt door een gemeentelijke dienst, dan is het gemeentebestuur eindverantwoordelijke van de speelpleinwerking. De ‘organisatie’ van jouw speelplein is de gemeente.

Het college van burgemeester en schepenen geldt als bestuur van de gemeente, een gemeenteraad kan je dan weer vergelijken met een algemene vergadering: Ze is belast met het controleren van het college en moet bepaalde besluiten van het college goed- of afkeuren.

De werking van een gemeente wordt geregeld binnen het gemeentedecreet. Het gaat om een bevoegdheid van de Vlaamse overheid. Gemeenten in Brussel zijn onderworpen aan andere regels. Op deze pagina hebben we het over de regels die gelden in Vlaanderen.

Werken binnen een gemeentelijk systeem kan voordelen hebben, zoals de mogelijkheid om samen te werken met een heleboel andere diensten en het afstemmen van het speelpleinbeleid op een breder kader van dienstverlening aan burgers. Tegelijk kan een gemeentebestuur niet altijd dezelfde flexibiliteit aan de dag leggen: Ze is namelijk gebonden aan een heleboel bepalingen en er moet gewerkt worden op het ritme van de vergaderingen van de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen.

Lees alles over het gemeentedecreet op de website van de Vlaamse overheid

Interne verzelfstandiging: Budgethouderschap

Hoewel je budgethouderschap niet kan bekijken als een ‘statuut’ van een werking, is het belangrijk om dit in het lijstje op te nemen.

Een gemeentebestuur kan er namelijk voor kiezen om bepaalde taken en verantwoordelijkheden te delegeren naar anderen, bijvoorbeeld gemeentepersoneel. Het kan dan gaan over het delegeren van:

  • Het budgetbeheer
  • Het aangaan van verbintenissen
  • De goedkeuring van facturen
  • De opmaak van facturen
  • Het aanvragen van subsidies

Het budgethouderschap kan dienen om beslissingen, zoals de aankoop van materialen, sneller te doen verlopen:  Binnen een vastgelegd kader kan de budgethouder beslissingen nemen zonder het college van burgemeester en schepenen te raadplegen.

Dit delegeren gebeurt in de eerste plaats aan de algemeen directeur van de gemeente, die op zijn beurt dan weer bevoegdheden kan delegeren naar andere personeelsleden.

Welke bevoegdheden al dan niet gedelegeerd kunnen worden, de manier waarop gerapporteerd moet worden en alle bijhorende aspecten staan beschreven in het gemeentedecreet.

Lees hier het gemeentedecreet

Externe verzelfstandiging: Autonoom Gemeentebedrijf

Een gemeentebestuur kan ervoor kiezen om beleidsuitvoerende taken, zoals het organiseren van een speelpleinwerking, onder te brengen in een rechtspersoon naar publiek recht: Een autonoom gemeentebedrijf (AGB).

Omdat het gaat om een publiekrechtelijke rechtspersoon moet een AGB zich nog steeds houden aan bepaalde zaken waar een organisatie naar privaatrecht zich niet aan moet houden. Denk aan de wet op overheidsopdrachten en openbaarheid van bestuur.

De rol van algemene vergadering wordt opgenomen door de gemeenteraad. Die stelt dan een raad van bestuur aan. De raad van bestuur kan bestaan uit de volledige gemeenteraad, of een andere samenstelling kennen. De voorzitter van de raad van bestuur is steeds een lid van het college van burgemeester en schepenen. Ook mensen die niet zetelen in de gemeenteraad kunnen lid zijn van de raad van bestuur van een AGB.

Werken met een autonoom gemeentebedrijf heeft een aantal voordelen. Zo kan een AGB een eigen identiteit ontwikkelen, los van het gemeentebestuur. De werking kan flexibeler verlopen en kan een AGB in bepaalde gevallen betaalde BTW terugvorderen (als het AGB BTW-plichtig is).

Lees er alles over op de website van de Vlaamse Overheid

Externe verzelfstandiging: EVA-P

Een gemeentebestuur kan ervoor kiezen om beleidsuitvoerende taken onder te brengen in een rechtspersoon van privaatrecht. Ze richt een vzw, vennootschap of stichting op.

De belangrijkste reden om te kiezen voor een EVA-P bestaat uit de voordelen om samenwerking met andere partners te vergemakkelijken: Hoewel de gemeenteraad steeds de meerderheid van de stemmen behoudt, is er meer ruimte om externe bestuurders en AV-leden aan te stellen.

De voorkeur bij het verzelfstandigen van opdrachten van gemeentelijk belang gaat uit naar een AGB. Een gemeente die een EVA-P wil oprichten moet aangeven waarom het niet interessant is om te kiezen voor een AGB, en dus gekozen wordt voor een rechtsvorm uit het wetboek voor vennootschappen en verenigingen.

Met andere woorden: Ze moeten verantwoorden waarom ze kiezen voor deze verregaande vorm van verzelfstandiging, bijvoorbeeld omdat een EVA-P meer opties biedt om externe bestuurders aan te stellen, wat samenwerkingen dan weer ten goede komt.

Leer er alles over op de website van de Vlaamse Overheid