De term ‘feitelijke vereniging’ komt maar zijdelings terug in het wetboek rond vennootschappen en verenigingen. De wetgever erkent dat het bestaat, maar voor de rest wordt er eigenlijk weinig rond vastgelegd.
Wat is dat?
Een feitelijke vereniging ontstaat automatisch wanneer twee of meer individuen beslissen om samen te werken aan het bereiken van een gemeenschappelijk doel. De basis van zo’n vereniging zijn de afspraken die de leden met elkaar maken. Een feitelijke vereniging kan statuten opmaken waarin die afspraken opgenomen zijn.
Zo’n vereniging heeft geen rechtspersoonlijkheid: Voor de wet bestaat de vereniging niet, ook niet als er statuten opgemaakt zijn voor de feitelijke vereniging. De feitelijke vereniging is het collectief van de leden die samen contracten afsluiten, bezittingen hebben, of voor de rechter gedaagd worden als er iets misgaat …
Als een afspraak gemaakt wordt tussen de feitelijke vereniging en een derde partij moeten alle leden van die feitelijke vereniging dat contract ondertekenen. Denk bijvoorbeeld aan het openen van een bankrekening of het huren van een locatie. Bij het opmaken van statuten van de vereniging kan je ervoor kiezen om een lid van de vereniging het recht te geven de leden van de vereniging te vertegenwoordigen bij het afsluiten van een contract. Let wel: Het zijn nog steeds de individuele leden die verbonden zijn door die overeenkomst.
Aangezien een feitelijke vereniging een vaste groep van personen is, houdt de vereniging automatisch op met bestaan wanneer iets verandert aan die groep: Strikt genomen moet, wanneer bijvoorbeeld een lid van de vereniging stopt, alle bezittingen verdeeld worden onder de leden.
Om dat te vermijden kan je in de statuten van de vereniging een voorzettingsbeding afspreken. Dat wil zeggen dat je afspreekt dat de resterende leden de activiteiten kunnen verderzetten, collectieve goederen eigendom blijven van de resterende leden en contracten verdergezet wordt met de huidige leden van de feitelijke vereniging.
Op een rijtje
Een feitelijke vereniging biedt weinig bescherming aan de individuele leden ervan. Het individueel vermogen en dat van de feitelijke vereniging zijn niet gescheiden. Als de feitelijke vereniging dan bepaalde plichten niet kan nakomen, wordt naar de individuele leden gekeken om dat op te lossen.
Het grote voordeel aan het werken met een feitelijke vereniging is dat ze niet wettelijk geregeld is: Er zijn geen verplichtingen waaraan ze moet voldoen, zoals het neerleggen van statuten bij de rechtbank of het melden van nieuwe bestuurders.
Werken met een feitelijke vereniging is aan te raden wanneer je weinig tot geen risico loopt: Je hebt geen of weinig bezittingen, je sluit geen off weinig contracten af en loopt over het algemeen niet veel risico.
Wanneer je een aanbod opzet voor kinderen die onder toezicht staan van jouw organisatie raden we het af om voor een feitelijke vereniging te kiezen. Bij eventuele fouten zal de schade die daaruit ontstaat verhaald worden op de leden van de feitelijke vereniging.
Een feitelijke vereniging kan een interessant statuut zijn voor bijvoorbeeld een stuurgroep van een gemeentelijke werking. Je kan dan bijvoorbeeld een kleine geldsom verzamelen om bepaalde activiteiten te doen zonder onderworpen te zijn aan allerlei regels die je hebt binnen een gemeente. Een overeenkomst tussen de gemeente en de stuurgroep kunnen dan bijvoorbeeld dienen als statuten voor de feitelijke vereniging.