Tot de leeftijd van 18 jaar heeft een kind of jongere onbeperkt recht op het groeipakket. Dat betekent dat minderjarigen altijd recht hebben op het groeipakket, ongeacht statuut, activiteiten of inkomsten van de minderjarige.
Vanaf de leeftijd van 18 moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen om recht te blijven hebben op het groeipakket: Je moet studeren, mag niet teveel werken, ... We spreken van het voorwaardelijk recht op het groeipakket.
Volgens de regels van het groeipakket mag een student die ouder is dan 18 jaar maximaal 80 uren per maand presteren in een arbeidsovereenkomst. Werkt de student méér dan die 80 uren, dan verliest die het recht op het groeipakket voor die maand.
Voor studentenarbeid bestaat er een uitzondering: Een student kan onbeperkt werken in een 'overeenkomst voor de tewerkstelling van studenten' en tegelijk het recht voor het groeipakket behouden (tot 600 uren per jaar).
Dit wordt in het decreet en op de officiële website van het groeipakket op een verschillende manier uitgelegd:
- Op de website van het groeipakket gaat het om 'een "gewoon contract" (onderworpen aan gewone sociale bijdragen)'
- In de tekst van het decreet over het groeipakket gaat het om 'Alle arbeid die geen studentenarbeid is'
Het statuut 'tewerkstelling socio-culturele sector' is niet onderworpen aan sociale bijdragen. Tegelijk is het ook geen studentenarbeid. Dat betekent dat volgens de website van het groeipakket de uren niet moeten meegerekend worden, volgens het decreet moeten ze wél meegerekend worden.
De VDS ging dus op onderzoek uit. We lieten een lokale ondersteuner de teksten uitpluizen, wonnen juridisch advies in en namen contact op met de bevoegde kabinetten.
Gisteren, op 27 mei, kregen we de officiële bevestiging van het kabinet van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding: Wie meer dan 80 uren werkt in het monitorenstatuut, behoudt het groeipakket voor die maand.
Dat betekent dat wat we lezen op de website de juiste lezing is: Gewone sociale bijdragen zijn inderdaad het criterium om prestaties al dan niet mee te tellen in die 80 uren.