Vanaf 1953 wordt er ook belang gehecht aan vormingscursussen specifiek voor speelpleinbegeleiders, onder meer uit zorg om op een pedagogisch verantwoorde manier te werk te gaan.
Doorheen de jaren werden er verschillende ‘kaderscholen’ opgericht in verschillende hoeken van Vlaanderen. Enkele jonge mensen verbonden aan de kadervormingsscholen in Vlaanderen zaten aan de wieg van het ontstaan van de Nationale Dienst voor Openluchtleven (NDO), later de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk.
Vanaf 1974 profileerde de erkende en gesubsidieerde landelijke jeugddienst NDO zich als vertegenwoordiger van het speelpleinwerk. Vanaf dat moment werd er besloten om rechtstreeks een financiële bijdrage te vragen aan de speelpleinwerkingen. In 1975 werden ook de eerste werknemers aangenomen. Zij focusten zich voornamelijk op het ondersteunen en coördineren van de vrijwilligers die onder andere opleidingen organiseerden.
In 1992 wordt de NDO opgesplitst in 3 autonome werkingsstructuren, later afzonderlijke vzw’s, waaronder het onderzoekscentrum Kind & Samenleving (K&S) en de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk (VDS). De VDS en Kind & Samenleving blijven steeds nauw samenwerken. Sinds 2017 delen ze zelfs opnieuw een werkplek.