Ondertussen wordt de vraag naar ‘buitenschoolse’ opvang alsmaar groter. Meer éénoudergezinnen, meer flexibele werkuren, grootouders die zelf langer moeten werken…
Men wil ervoor zorgen dat lokale spelers (Onderwijs, Welzijn, Cultuur, Jeugd en Sport …) zo goed mogelijk samenwerken. 2021, het nieuwe decreet Buitenschoolse opvang en activiteiten (BOA) is geboren. Bedoeling is dat het lokaal bestuur de regie in handen neemt en met de verschillende partners een lokaal buitenschools beleid uitstippelt. Ontplooiingskansen, speelmogelijkheden en gelijke kansen staan voorop. Sidenote: vreemd genoeg focust dat nieuwe decreet zich enkel op kleuters en lagere schoolkinderen. Wat met onze tieners en jongeren?
Die opvangnood wordt ook meer en meer ingevuld door commerciële spelers, ouders die zelf opvang organiseren, leerkrachten die tijdens de zomermaanden activiteit enorganiseren. Ik vermoed dat het woord ‘kampjes’ momenteel het meest gebruikte woord door ouders is aan de schoolpoort. De verwachtingen van ouders zorgen voor druk op het georganiseerde vrijetijdsaanbod. In die mate dat bv. speelpleinwerkingen de laatste jaren experimenteren met animatoren in shiftsystemen, openingsuren uitbreiden, vakantieperiodes uitbreiden, inschrijfstops noodgedwongen moeten inlassen… maatregelen die de eigenheid van speelpleinwerk als jeugdwerkmethodiek, nl. een toegankelijke vrijplek voor kinderen en jongeren, stevig op de proef stellen. En misschien, misschien ook niet, zijn dat soort werkingen in het aanbod nog de enige plek waar kinderen in een georkestreerde vakantie gewoon zelf invulling mogen geven aan tijd en ruimte. Spelen, hangen... alleen of met vrienden, op je eigen tempo.