07 okt 2016

Kinderen moeten minder vaak verplicht meedoen

Cijfers over speelpleinwerk in Vlaanderen en Brussel  

Speelpleinwerkingen laten kinderen meer keuze dan 5 jaar geleden. Dat blijkt uit een enquête van de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk (VDS) bij 152 speelpleinorganisatoren. Ze hebben vaker de optie om hun speelmenu à la carte samen te stellen. Werkingen bieden activiteiten aan, maar daarnaast is er meer ruimte om spontaan te spelen met materiaal en terrein. Goed nieuws volgens de VDS: “Vakantie voor kinderen is niet anders dan voor volwassenen. Het staat synoniem voor mogen en niet moeten. Het is kiezen waar jij zin in hebt. Keuze én variatie maken dat kinderen een écht vakantiegevoel ervaren! Meer en meer speelpleinorganisatoren hebben die boodschap begrepen.” 


Kinderen geven de voorkeur aan een open benadering van spelen

Uit recent onderzoek blijkt dat kinderen op het speelplein, als ze zelf mogen kiezen, de voorkeur geven aan een open benadering van spelen. Kinderen waarderen de combinatie van spontaan (eigen) spel en georganiseerd spel. De meerderheid van de speelpleinwerkingen omschrijft zichzelf als ‘een combinatie tussen open en gesloten aanbod’.

Vandaag kunnen kinderen op 25% van de werkingen op élk moment kiezen tussen spontaan spel en georganiseerd spel. 5 jaar geleden zagen we al dat meer en meer werkingen experimenteerden met een open speelaanbod in de namiddag, maar in de voormiddag nog steeds de klassieke toer op gingen. 1 op 4 kiest nu bewust voor een open speelaanbod gedurende de hele dag. 

1 op 4 kinderen speelde op een speelpleinwerking

De VDS organiseert elke vijf jaar een enquête bij alle speelpleinorganisatoren. Daaruit blijkt dat in 2015 bijna 185.000 verschillende kinderen of 1 op 4 kinderen in Vlaanderen de weg naar een speelpleinwerking in hun buurt vonden. Dat zijn er 38.000 meer dan 5 jaar geleden. 

In totaal tellen Vlaanderen en Brussel 557 speelpleinwerkingen waarvan 70% door lokale besturen wordt georganiseerd. De VDS stelt vast dat het aandeel gemeentelijke werkingen ten opzichte van particuliere werkingen toeneemt. Dit is te verklaren door de toenemende druk op (kleine) organisatoren, continuïteit van personen, administratie en regelgeving… Meer en meer gemeenten zien het ook als een basisopdracht om speelpleinwerk te organiseren, waardoor ze het particuliere speelpleinwerk ondersteunen en soms ook overnemen als het minder goed gaat. 

Daarnaast zijn er tussen 2010 en 2015 9% centrale werkingen bijgekomen en ontstaan door een fusie van verschillende wijk- en mobiele werkingen. De VDS heeft zelf geen uitgesproken mening over cen- en decentraliseren van het aanbod, die keuze is context gebonden.  

Toegankelijkheid troef!

Van alle jeugdwerkvormen heeft speelpleinwerk het grootste bereik naar kinderen met een fysieke of mentale beperking. Ook slaagt ze erin de diversiteit van de samenleving het best te weerspiegelen in de werking. Speelpleinwerk omarmt een diverse doelgroep en staat hier meer dan ooit voor open, zoveel is duidelijk.

 

Kinderen met een beperking

Meertalige kinderen

Kinderen uit een kansarm milieu

Kinderen via het OCMW ingeschreven

Kinderen uit de Bijzondere Jeugdzorg

2010

2,4 %

13,6 % *

7,9 %

3,0 %

1,0 %

2015

6,3 %

18,2 %

18,6 %

7,9 %

4,0 %

 

De voorbije jaren werden tijd en middelen geïnvesteerd om in te zetten op inclusie als kernthema. Onder impuls van provinciale projectmiddelen konden speelpleinorganisatoren rekenen op uitgebreide begeleiding en advies. Dat vertaalt zich vandaag in stijgende cijfers. Een opsteker! 

Een dagje spelen is duurder geworden, zeker als niet-inwoner.

Organisatoren doen inspanningen om laagdrempelig te zijn, ook op vlak van inschrijvingen. Bij 77% van de speelpleinwerkingen is het niet nodig om vooraf in te schrijven, er is geen lidmaatschap, en kinderen kunnen de ene dag wel en de andere dag niet deelnemen. De toegangsprijzen blijven over het algemeen laag. Een dagje spelen kost gemiddeld €5, wel een verdubbeling tegenover 20 jaar geleden. Het overgrote deel hanteert bovendien sociale tarieven (meerdere kinderen per gezin, vrijetijdspas…).

 

2000

2005

2010

2015

Prijs per dag

€ 2,50

€ 3,28

€ 3,53

€ 4,88

 

Opvallend is dat 24,3% van de speelpleinorganisatoren kinderen die niet van de eigen gemeente zijn, meer laten betalen. Een stijging met 13%. De VDS ziet dat gemeenten voorrang geven aan eigen inwoners vooral wanneer het aantal plaatsen beperkt is, maar vindt de maatregel asociaal. Wat met kinderen van gescheiden ouders, kinderen die op de grens wonen, wiens ouders in deze gemeente werken, kinderen die er school lopen…?  

Particuliere werkingen moeten het met minder doen

Opvallend, er is een pijnlijk contrast tussen gemeentelijke en particuliere werkingen in financiële middelen. Waar 40% van de particuliere werkingen het met €2.500 tot €7.500 moet stellen, kan datzelfde percentage gemeentelijke initiatieven rekenen op meer dan €37.500 per jaar. Een onderscheid dat gelinkt is aan budgetten is het verschil in statuut van jongeren als animator.   

 

Gemeentelijke werking

Particuliere werking

Ja, iedereen is vrijwilliger

13%

75%

Ja, een combinatie van vrijwilligers en tewerkstelling

65%

22%

Nee, iedereen is tewerkgesteld

22%

3%

 

Jobstudenten of vrijwilligers, de VDS gelooft in de dynamiek van jongeren. Meer dan een financiële waardering, blijft de fysieke en logistieke ondersteuning vanuit lokale besturen cruciaal om de eigen gemeentelijke speelpleinwerking en de particuliere werking te doen en blijven draaien. 


Andere cijfers uit de enquête


Over speelplein-werk


Persbericht

Download het persbericht als pdf