Voorbereiden

 

De uitdaging van elke speelpleinploeg: werk maken van een plezant en gevarieerd speelaanbod waarin kinderen zich goed voelen en écht vakantie beleven.

Dat speelaanbod vorm geven start bij een goede voorbereiding: brainstormtechnieken om inspiratie op te doen, de COCD-box om te checken of je ideeën nice zijn, fiches om in te vullen zodat je niets vergeet...

Goed voorbereid zijn zorgt voor creatievere ideeën en maakt dat je zelf zorgeloos en leuk kan meespelen. 


Spelen is meer dan spelletjes spelen

Een gevarieerd speelaanbod voor kinderen is meer dan de optelsom van een aantal voorbereide activiteiten. Het is een combinatie van:

  1. georganiseerde, voorbereide spelen (bv. activiteit zoals een stratego-bosspel geleid door een animator); 
  2. de mogelijkheid bieden tot spontaan spelen (bv. 2 kinderen maken met takjes en eikels een mierenhuisje); 
  3. het aanbieden van speelhoeken (bv. laboratorium met flesjes waarin kinderen zelf aan de slag kunnen al dan niet met een animator in de buurt)

Vaak is denken we bij het woord 'voorbereiding' vooral aan punt 1, de typische activiteiten georganiseerd door animatoren. Bij de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk vinden we het voorbereiden van speelhoeken en speelimpulsen  minstens even belangrijk.


Je leest er meer over in onze 'gids tot intens spelen'
En in dit magazine (maart 2023) met als thema 'Spelen organiseren: de VDS werkt op uw (speel)systeem.'


Verstand op nul en gaan...

Brainstormtechnieken

Tien kant-en klare werkvormen

1. Alfabet
Zeg om beurt een woord met de volgende letter van het alfabet. 

2. Associatie/ ketting
Start met één woord, noem een woord dat je daaraan doet denken. Je doet hetzelfde bij dat nieuwe woord. Zo gaat het alsmaar verder.
vb. molen à kermis à suikerspin à plakken à … 

3. Bi-sociatie
Van twee woorden naar één woord
vb. bloem en water doen me denken aan cake of waterlelie of… 

4. Bloemmethode of spinmethode
De bloemassociatie is een iets moeilijkere, maar erg nuttige brainstormtechniek. Deze techniek doet je afstand nemen en zo ontstaat er ruimte voor creativiteit.

  • Zet het belangrijkste woord uit je probleemvraag in het midden van een groot blad papier
  • Bedenk associaties en zet ze als bloemblaadjes rond het woord
  • Gebruik die nieuwe woorden weer als beginpunt om een nieuwe associatie te maken. Ga zo lang door als je wil.

5. Domino methode: vb. huis – snorkel – leeuw- … 
6. Lijnenspel
Ga in kleine groepjes rond een flap zitten. Iedereen krijgt een alcoholstift. Om de beurt trekt iedereen willekeurig een streep of een krul en je probeert iedere keer iets anders te doen. Doe zo voort tot heel je blad vol staat met lijnen. Probeer dan voorwerpen, mensen, gebouwen,… te herkennen in het lijnenspel. Brainstorm verder op dat lijnenspel.  

7. Veronderstellingen doorbreken

Kies nu één of meerdere woorden uit die je wel leuk vindt om iets mee te doen. Schrijf alle vanzelfsprekendheden op en stel je de vraag: wat als dat niet zou niet zijn…  

vb. subtropisch eiland (warm, cocktails, water, strand, palmbomen,…) leidt misschien tot de activiteit: wat doen mensen met slecht weer op een subtropisch eiland (douche pakken, naar de casino gaan, was binnen halen, cocktails drinken aan de bar, paraplu’s verkopen, naar dia’s kijken, naar de film gaan, museum bezoeken, kaartjes schrijven,…). Misschien inspiratie voor een regenachtige dag… 

8. Schaven 

Je bedenkt samen een bepaalde situatie of vertrekt van een bestaande speelhoek of spel.
De deelnemers houden het concrete idee voor ogen en sluiten de ogen:

  • Toevoegen: dan moeten ze “iets” toevoegen aan deze situatie.
  • Aanpassen: dan moeten ze “iets” aanpassen aan de gevormde situatie.
  • Maximaliseren: dan moeten ze “iets” maximaliseren in de gevormde situatie. 
  • Minimaliseren: dan moeten ze “iets” minimaliseren in de gevormde situatie.
  • Elimineren: dan moeten ze “iets” elimineren in de gevormde situatie.
  • Omkeren: dan moeten ze “iets” omkeren in de gevormde situatie. 

9. Geforceerd verband 
Som enkele dieren op, kies een dier, benoem 12 kenmerken en bedenk nieuwe ideeën vanuit die kenmerken.  

vb. papegaai: kooi, snavel, pluimen, nootjes, coco, kuif, spreken, vloeken, zaad, mest, piraat, luid
vb. de tieners spelen groepjes indianen en Spanjaarden die de tempel als eerste willen bereiken, als de spanjaarden een indiaan kunnen vangen vliegt die in een kooi…  


10. Improvisatie-oefening  

De deelnemers worden verdeeld in groepjes van max. 5 personen. Zorg voor een schoenendoos met daarin een groot aantal kleine voorwerpen: een autootje, een pen, een bril, een veer, een munt, een elastiek, een zakdoek... Elke deelnemer krijgt een willekeurig voorwerp uitgereikt.

  • Opdracht: vertel iets over jezelf (waarheid), met het voorwerp als uitgangspunt. 
  • Vervolgopdracht: vertel iets over jezelf (verzonnen), met het voorwerp als uitgangspunt. 

Vat alle verhalen samen in een paar woorden. Kijk of er inspiratie inzit voor één of meerdere activiteiten. 

De basisprincipes van brainstormen;

  • Alles kan, alles mag, alles is goed
  • Stel een oordeel uit: geef geen commentaar
    (zelfs geen non-verbale)
  • Kwantiteit boven kwaliteit:
    zeg alles wat in je opkomt, maak zelf geen selectie
  • Niet te snel stoppen: na de eerste dip komen de betere ideeën
  • Noteer alles: als er één schrijver is, blijf roepen tot het idee opgeschreven staat
  • Meeliften mag: borduur verder op elkaars gedachten

Laat je inspireren!

Je kan van een wit blad vertrekken, maar je kan je ook laten inspireren. Door materiaal, je terrein, de kinderen, de actualiteit... Of je kiest simpelweg voor een bestaand spel, speelhoek of activiteit waar je je eigen draai aan geeft.

Tien inspiratiebronnen

1. Onverwachte invalshoeken
Je kan je laten inspireren vanuit een onverwachte invalshoek.  

  • Rondkijken en opschrijven. Neem een balpen en een blad papier. Kijk rond en schrijf alles wat je ziet rondom jou. Bekijk het lijstje met woorden en probeer er activiteiten uit te halen.  
  • Sla een woordenboek of een tijdschrift open op een willekeurige bladzijde en zoek naar speelideeën. 

2. Materiaal
Het materiaallokaal is een zeer interessante inspiratiebron. Duik erin en probeer uit. Je kan verschillende materialen met elkaar combineren of je kan alle verschillende speelmogelijkheden zoeken van één materiaal.  

3. De (speel)omgeving
Ook de omgeving is een goeie inspiratiebron: bos en struikengewas, verhard terrein,grasveld, zand en strand, lokalen, heuvels, speeltoestellen  

4. Je eigen lijf
Eén van de beste inspiratiebronnen heb je gewoon altijd bij je: je eigen lijf. Overloop eens je verschillende lichaamsdelen en bedenk erbij wat je allemaal kan spelen. 

5. Boeken, brochures en het internet
Op het speelplein, op de jeugddienst of in de bibliotheek vind je meestal een hele boel boeken en brochures met speelideeën. Ook op het internet vind je heel wat leuke ideeën. Al gehoord van het ABC van de speelhoeken

6. Actualiteit
Ook de actualiteit (kranten, tijdschriften, televisie) kan een toffe inspiratie zijn. Een bezoek van de Prins, een nieuw kindje voor Willy Sommers, doping in de Tour de France,… 

7. Spontaan spelen, interesses van kinderen
Kijk goed naar wat kinderen spontaan spelen en luister goed naar waar ze zelf mee afkomen. Dat kan voor jou een aanzet zijn voor een activiteit. Bijvoorbeeld.  

8. Successpelen en klassiekers
Soms komen kinderen vragen of je nog ‘ns een bepaalde activiteit wil spelen. Je herinnert je misschien ook nog een aantal ‘klassiekers’ uit je eigen kindertijd zoals ‘buuske/balleke stamp’ of met een bal tegen de muur ketsen of in een groot touw springen,… 

Je hoeft natuurlijk niet te dikwijls in herhaling te vallen. Je kan ook met deze klassiekers aan de slag gaan en ze variëren en combineren.  

9. Variatie  

Je kan vertrekken vanuit de indeling in soorten activiteiten. Wat hebben we het meest gedaan de afgelopen tijd? Wat doen we niet zo vaak (meer)?

Game

Play

Is “spelletjes doen”

Is “gaan spelen”

Tijd en plaats zijn duidelijk vooraf bepaald

Niet strikt afgebakend in tijd en plaats

Er is een bepaald doel en als dat doel bereikt wordt is het spel ten einde

Het einde is open, het doel is onduidelijk en verschillende wendingen bepalen het verloop.

Er zijn voorgeschreven regels die de gang van zake bepalen

Afspraken en regels zijn zelfgemaakt en aan verandering onderhevig

Winnaar, verliezers, afvallers

Samenspelen en consensus vinden of alleen spelen

Vals spelen/saboteren

Kinderen kunnen zelf bijsturen

Aantal spelers meestal afgebakend en constant

Wisselende spelers die komen en gaan

Meestal opgebouwd rond bepaalde materialen

Meestal opgebouwd met veel fantasie en inleving

Nadruk op uitdaging

Nadruk op vrijheid

Voorbeelden:
Tikkertje, een twee drie piano, schipper mag ik overvaren, gezelschapsspelen, blad-steen-schaar, (Chinese) voetbal, hinkelen, twister, de schatkist vinden door de stukken van de schatkaart terug te vinden, stratego, bosspel…

 

Voorbeelden:
In de zandbak een grote berg maken of was het een kasteel, huizen maken voor speelfiguurtjes (plastieken dino’s, soldaatjes, poppen), de auto’s moeten voor onderhoud naar de garage, speciale promoties in het fruitwinkeltje… 

Opgelet! Beide manieren van spelen worden anders voorbereid: 

Game wordt voorbereid door het doel, de regels, terrein, speluitleg en inkleding af te spreken. Het spel wordt gestart na de uitleg en het verloop is redelijk lineair, alles staat in het teken van het doel. 

Play wordt voorbereid door een startsituatie voor te bereiden en een lijst speelimpulsen. Deze speelimpulsen hoeven niet allemaal bovengehaald te worden en ook niet in een bepaalde volgorde. 

10. Speelimpulsen gebruiken
Gebruik in eender welke situatie of vanuit eender welk idee de speelimpulsen.
Op deze manier kan je ook nieuwe ideeën inbrengen:

  • Een ander speelmateriaal aanbieden
  • Een andere locatie/terrein aanbieden
  • Een handje helpen
  • Extra regels of uitdaging inbrengen
  • Een extra fantasie-element, verhaal of personage introduceren
  • Combinatie maken met een ander spel  

 Met dit lijstje in de hand kan elke begeleider speelimpulsen verzinnen vanuit een start- of instapactiviteit. Bedenk waarmee begonnen kan worden en vertrek van daaruit om de situatie steeds verder uit te bouwen, te verdiepen, andere wendingen te laten nemen met de bedachte speelimpulsen. 

Neem zeker ook een kijkje op www.speelidee.be


Denk niet te snel: "dat gaat bij ons niet." Bewijs het tegendeel! Gewoon doen. Plezier maken.

Van idee naar activiteit, speelimpuls of speelhoek

Tijd om keuzes te maken en het beste idee eruit te filteren.
Een handige werkvorm is de cocd-box. Een techniek om ideeën te selecteren op basis van twee criteria:

  • De vernieuwingskracht:
    is het een origineel, nieuw idee of is het reeds bekend en dus eerder gewoon?
  • De realiseerbaarheid:
    is het idee haalbaar of is er op zijn minst nog extra denkwerk nodig om het tot realiteit te maken?

Wanneer deze twee criteria in een tabel gegoten worden, ontstaat er een schema waarin alle ideeën uit een brainstorm geplaatst kunnen worden.


Gebruik onze voorbereidingsfiches

Intens spelen is het streefdoel.

Je kan spelen om wat tijd te doden, maar je kan ook helemaal opgaan in spelen. Dat is intens spelen. Vergeten dat wereld rondom jou bestaat. Intens plezier betekent niet noodzakelijk uitgelaten enthousiasme. Intens spelen is ook zeer stil en geconcentreerd bezig zijn, de tijd uit het oog verliezen, geen tijd hebben om naar het toilet te gaan... 

Naast Vrijheid als basisvoorwaarde, zijn er 3 versterkende eigenschappen die leiden tot intens spelen bij kinderen: Interesse, Comfort en Uitdaging. We toetsen een activiteit, speelimpulsen of speelhoeken af in elke fiche aan deze eigenschappen met behulp van de VICU-meter.

Je stelt jezelf een diverse groep kinderen voor voor wie je de activiteit, speelimpuls of speelhoek bedacht hebt en tracht in te schatten hoe hoog elke eigenschap scoort. Hoe meer uitgesproken deze eigenschappen aanwezig zijn, hoe groter de kans op een hoge betrokkenheid en bijgevolg hoe groter de kans op intens speelplezier. 

'activiteit'

'Speelimpulsen'

'speelhoeken'


Dit al geprobeerd?!

Op speelplein Wesp in Wetteren hebben ze een voorbereidingskast! 

  • Daarin staat een pot met spelletjes;
  • Liggen voorwerpen die kunnen inspireren;
  • Vind je blaadjes met brainstormtechnieken;
  • Kaften met spelletjes, activiteiten en speelimpulsen...

Een kwalitatief aanbod voorbereiden

= keuze en variatie

Elk kind is anders. Het ene kind wil spelen in de zandbak, een ander wil meedoen aan een kookactiviteit, nog een ander wil samen met vriendinnen dansen. Het ene kind vindt uitdaging in een avonturenparcours, een ander zoekt het comfort op in een zelfgebouwd kamp of leest strips.

Een kwalitatief aanbod voor de VDS is een speelomgeving waarin speelpleinen zoveel mogelijk speelmogelijkheden voor alle kinderen creëren. Zodat élk kind op zoveel mogelijk momenten van de dag zijn gading vindt en vrij is om te kiezen. Wanneer kinderen hun speelmenu à la carte kunnen samen stellen, dan beleven ze écht vakantie op het speelplein!

Meer lezen: www.speelplein.net/overspelen


Advies ter plaatse

Vanuit onze expertise en deskundigheid geven we rond alle praktische en inhoudelijke aspecten van speelpleinwerk een onderbouwde aanbeveling, zo ook over voorbereiden op het speelplein.

  • "Ik vind de kwaliteit van de voorbereidingen maar zus en zo
    Hoe kunnen we binnen onze werking de kwaliteit weer opkrikken?" 
  • "Mijn animatoren zijn gewoon om activiteiten voor te bereiden.
    Speelimpulsen en speelhoeken zijn nieuw voor ons. Hoe pakken we dat aan?"
  • "We willen voorbereiden een meer structurele plaats geven in onze werking.
    Kan de VDS daarbij helpen?" 

Deze en vele andere vragen krijgen een antwoord tijdens een advies ter plaatse. Gewapend met vele voorbeelden zoeken we voor jouw werking naar pasklare antwoorden. Meer weten...


Producten van de VDS die je helpen voorbereiden

Boek 'Gids tot intens spelen' (2020)

 

De handleiding bestaat uit drie onderdelen: het waarom, het hoe en het doen. Je vindt hierin onder andere een deel visie en onderzoek over spelen, informatie over de verschillende soorten speelaanbod en een hoop praktische tips om concreet een speelomgeving te organiseren. Voorbereiden is daar een onderdeel van, 

In deel 3 is een heel dossier gewijd aan het voorbereiden van een speelpleindag, net zoals het hoofdstuk  “van speelplek naar speelhoek”. Dat kan je helpen bij het voorbereiden van speelhoeken en speelwinkels.

Hoe organiseer je de voorbereiding? Wat is de timing? Wie nodig je uit?
En hoe pak je die voorbereiding dan aan? Een handig stappenplan helpt je om grondig en gericht van start te gaan met de voorbereiding.  Gebruik de verschillende werkvormen om te brainstormen en je harde werk vast te leggen.   

Meer lezen | Bestellen (€35)


Speldoos 'activiteiten voorbereiden' (2014)

Deze doos bevat zowel een stappenplan voor beginnende als voor ervaren animatoren en is er op gericht om een activiteit in elkaar te boksen. Door aan radartjes te draaien koppel je thema’s aan spelpatronen, bied je animatoren heel concrete verkleedtips en prikkel je de ploeg te gaan variëren met en combineren van activiteiten.

Meer lezen & downloaden | Ontlenen



Waw-activiteiten in elkaar steken (2020)

Een prikkelend activiteitenaanbod is een opdracht voor elke dag. Deze brochure maakt het je gemakkelijker. Niet alleen vind je er 30 WAW!-activiteiten in terug, je vindt er ook goeie voorbeelden over efficiënt voorbereiden en een duidelijk brokje achtergrond over de verscheidenheid van activiteiten. Gratis te downloaden voor iedereen wiens speelplein lid is van de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk.


Map 'speelhoeken' (2013)

Het verschil tussen een speelplek en een speelhoek is niet zo groot, maar toch zitten er een aantal fundamentele verschillen in. Dat heeft vooral te maken met het verschuiven van informele naar formele speelplek. Het dossier 'ga maar in de hoek spelen' biedt een bondig antwoord op al je vragen. De bijhorende map met foto's en 'het alfabet van de speelhoeken' helpen je om hoeken concreet vorm te geven en voor te bereiden.

Gratis lezen & downloaden | Ontlenen


Speldoos 'speelimpulsen' (2015)

Speelimpulsen uit je mouw schudden is voor vele begeleiders in het jeugdwerk niet evident. In deze speeldoos vind je praktische werkvormen om zelf speelimpulsen voor te bereiden op een laagdrempelige manier met het hele team. 

We leggen uit wat speelimpulsen zijn en focussen op het geven van speelimpulsen vanuit animatoren. We dagen je uit om creatief na te denken, kleine leuke ideeën te verzinnen en geven tips hoe je impulsen leuker kan maken.

Meer lezen & downloaden
 | Ontlenen | Bestellen

 

S'il vous play - speelimpulsen voorbereiden (2012)

Speelimpulsen voorbereiden, aanbrengen en voorbeelden.
In deze brochure leggen we je uit wat dat eigenlijk is, zo’n speelimpuls. En waarom het zo waardevol is om je speelimpulsen eigen te maken als animator, als hoofdanimator en als speelpleinploeg. Om je verder op weg te helpen, leggen we je zelfs uit hoe je een speelimpuls kunt voorbereiden, hoe je er één moet aanbrengen en we geven je zelfs een hoop concrete voorbeelden van speelimpulsen


Vorming ter plaatse

Heeft jouw animatorenteam nood aan een vorming rond het voorbereiden van activiteiten, impulsen, hoeken of een groot spel?

Gedurende 2,5u dompelt de VDS, op jouw vraag, de ploeg onder in de wondere wereld van het voorbereiden. Verwacht je aan een speelse, zotte sessie vol voorbereidingstechnieken die onmiddellijk bruikbaar zijn op het speelplein. 

Meer weten...  

www.speelidee.be

Ben je concreet aan de slag om je speelaanbod voor te bereiden en zoek je inspiratie? We geven je graag onze verzameling concrete speelideeën die we doorheen de tijd verzameld hebben: impulsen, korte spelletjes, links naar interessante websites... Je vindt het hier!


Voorbereiden van animaties

Rond inkleding & animatie hebben we op onze website een apart luik. Ook het voorbereiden van animaties komt daarbij aan bod.