Vergoedingen op het speelplein

Je kan jongeren op verschillende manieren gaan vergoeden: Als vrijwilliger of als werknemer.

Vrijwilligers krijgen vaak een onkostenvergoeding (≠ loon). Werknemers worden meestal ingeschakeld als jobstudent of via een contract tijdelijke tewerkstelling sociaal-culturele sector (= monitorenstatuut/artikel 17). 

Vergoeding én hoge betrokkenheid van jongeren kunnen gecombineerd worden, maar dan moet de vergoeding een bewuste beleidskeuze zijn als incentive. Een hoger loon mag geen ‘oplossing’ zijn voor een dalend aantal animatoren of om meer van hen gedaan te krijgen. Alles begint met jeugdwerk én vrijwilligerswerk, waarbij een vergoeding één van de incentives kan zijn. Naast geld heeft het speelplein gelukkig veel andere en voor jongeren even of belangrijkere troeven om jongeren te motiveren, te betrekken, langer te houden... 


10 euro, een koekje en een cola per dag. Voor het geld sta ik hier niet!

70% staat vrijwillig op het speelplein

70% van de jongeren (+/-16.000) die vandaag op het speelplein staan zijn vrijwilligers. Zij staan gratis of krijgen een kleine onkostenvergoeding. Gewoon omdat ze het belangrijk vinden, omdat het plezant is en omdat ze er vrienden maken voor het leven. Dat zijn de topantwoorden wanneer we jongeren vragen waarom ze zich engageren. Heel wat gemeenten geloven echt in het werken met vrijwilligers en investeren in straffe omkadering. Anderszijds kunnen we niet ontkennen dat centen belangrijker geworden zijn dan vroeger.

Voldoende vrijwilligers vinden: het is een dingetje.

We zien een algemene maatschappelijke tendens waarbij jongeren hun engagement meer dan vroeger spreiden, hun agenda niet ver op voorhand meer plannen of die omwille van centendruk vrijwillig engagement combineren of inruilen met betaald vakantiewerk. Ruimer dan speelpleinwerk is de druk op onbezoldigd vrijwilligerswerk een uitdaging voor de meeste vakantiewerkingen, jeugdwerk in het algemeen en bij uitstek het verenigingsleven in Vlaanderen. Het vrijetijdsaanbod in de vakantie blijft groeien en alle organisatoren vissen in dezelfde vijver, concurrentie speelt dus zeker ook. 


Vergoeding voor vrijwilligers

Loon ≠ terugbetaling onkosten

Volgens de letter van de wet mag je een vrijwilligersvergoeding niet als verloning beschouwen. Eigenlijk is de correcte naam niet "vrijwilligersvergoeding", maar onkostenvergoeding. Een organisatie kan beslissen of ze onkosten die een vrijwilliger maakt, vergoedt of niet. Ze moet je duidelijk laten weten of ze je kosten terugbetaalt en op welke manier.

Deze kosten zijn belastingvrij zolang je de regels volgt. Je moet het aldus niet opnemen in je belastingsaangifte. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een onkostenvergoeding aan de hand van een vast bedrag of aan de hand van effectief gemaakte kosten.

2 manieren om 'onkosten' te vergoeden

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een onkostenvergoeding aan de hand van een vast bedrag of aan de hand van effectief gemaakte kosten.

Het is verboden de 2 systemen te combineren voor dezelfde vrijwilliger! Wel kan je bovenop de forfaitaire onkostenvergoeding een reële onkostenvergoeding toekennen voor maximum 2000 km per jaar.

 

Forfaitaire vergoedingen

Je ontvangt een vast bedrag, zonder bewijsstukken. In 2024 bedraagt de maximale onkostenvergoeding voor vrijwilligers maximum 41,48 euro per dag én een maximum van 1659,22 euro per jaar.  

Reële onkostenvergoedingen

Je krijgt enkel de kosten terug waarvoor je een bewijsstuk aflevert, zoals je treinticket, een kasbonnetje … Deze vorm wordt zelden gebruikt binnen speelpleinwerk vanwege de grote administratieve rompslomp.

Vervoersonkosten
  • maximaal 2000 km per jaar
  • Met de wagen: max. 0,4237 euro, dit bedrag is geldig van 1 juli 2023 tot en met 30 september 2023)
  • Met de fiets: max. 0,25 euro per kilometer

Je moet effectief kosten gemaakt hebben om een terugbetaling te mogen krijgen: Vervoer met een bedrijfswagen kan niet terugbetaald worden.

In de praktijk

kijken we naar de vergoeding van vrijwilligers, zien we dat forfaitaire vrijwilligersvergoeding veruit het meest gebruikte systeem is. 

 

2010

2015

 

Vrijwilligers worden niet vergoed

16,2%

5%

 

Reële onkostenvergoeding

 

3,3%

10%

 

Forfaitaire onkostenvergoeding

 

80,5%

82%

 

Forfaitaire vergoeding + terugbetaling vervoer

 

/

3%


Verantwoordelijkheid van de vrijwilliger!

Ben je vrijwilliger in meerdere organisaties? Dan is het jouw verantwoordelijkheid om in het oog te houden dat je op jaarbasis, als je alle onkostenvergoedingen en eventuele vervoerskosten optelt, niet over de wettelijke maximumbedragen wipt. Anders betaal je alsnog belastingen. Een organisatie is op haar beurt verplicht een lijst bij te houden met de uitgekeerde sommen per vrijwilliger en per dag


Gradaties in vergoedingen

Vanuit het idee om vrijwilligers te motiveren, meer te betrekken, langer te houden... werken heel wat speelpleinen met oplopende vergoedingen. Zo krijgen bv. animatoren zonder erkend attest een kleinere kostenvergoeding dan animatoren met attest. Hiermee stimuleert een speelplein jongeren om een erkende cursus te volgen. 

Hoe verantwoord je dat?

Gradaties in vergoedingen bij vrijwilligers op basis van attest, leeftijd, aantal jaren actief of verantwoordelijkheid... zijn volgens de vrijwilligerswet géén argumenten om vergoedingen te variëren. Strikt gezien laat de wet dit eigenlijk niet toe. Op basis van 'onkosten' moet je deze gradaties in vergoedingen kunnen verantwoorden, bv. op taakniveau). Als je organisatie dat kan, is er geen probleem.


Laat je nooit wijsmaken dat je een betaalde vrijwilliger bent. Betaalde vrijwilligers bestaan niet! Je kan wel een kostenvergoeding krijgen.

Betaald vakantiewerk

Naast vrijwilligers worden jongeren op het speelplein ook als jobstudent ingeschakeld of via het monitorenstatuut (= 25-dagenregel of een contract tijdelijke tewerkstelling sociaal-culturele sector). In dat geval spreken we van betaald vakantiewerk. 

Een gewaarborgd minimumloon

Studentenarbeid of monitorenstatuut (= 25-dagenregel of een contract tijdelijke tewerkstelling sociaal-culturele sector) zijn 2 voordelige tewerkstellingsmaatregelen die bovendien in een kalenderjaar achtereenvolgend cumuleerbaar zijn. Zo kun je iemand 25 dagen als animator inzetten volgens het monitorenstatuut, en vervolgens nog eens 600 uur als student (sinds 1 januari 2023 werd het maximaal aantal uren opgetrokken naar 600). In 2021 werd het maximum van 25 dagen uitzonderlijk uitgebreid naar 50 dagen, deze maatregel werd niet verlengd. 

Hoeveel een jongere minimaal verdient, hangt natuurlijk af van de duur van de overeenkomst en van de sector. Ook leeftijd speelt een rol. Een werkgever is verplicht een minimumloon te betalen. Minstens dezelfde loonvoorwaarden als andere werknemers in de organisatie die tot dezelfde categorie behoren:

  • Sectorbarema's: voor tewerkstelling op het speelplein wordt binnen een gemeente de loonvoorwaarden gerespecteerd zoals afgesproken door het paritair comité (PC329 - sociaal-culturele sector), bijvoorbeeld. barema A3 (€ 2060,80 bruto per maand). 
  • Algemeen minimumloon als tewerkstelling van minstens 1 maand

Meer weten over werknemers op het speelplein? Je vind er alles over op de beterspelen-pagina rond werknemers op het speelplein.

Werknemers op het plein

Op 66% van de speelpleinen staat een deel van de ploeg als werknemer. Vaak gaat het om een gemengd systeem: bv. animatoren vrijwillig, hoofdanimatoren als werknemer. Nét geen 11% geeft aan dat de volledige ploeg tewerkgesteld is. Dat betekent dat heel wat verantwoordelijken in contact komt met arbeidswetgeving en alles dat erbij hoort.

Op deze aparte pagina maken we je wegwijs in statuten, belastingen en lonen.


De arbeidswetgeving is onverkort van toepassing!

Ontvangen jouw (hoofd)animatoren een loon?
Dan is op jouw speelplein de arbeidswetgeving van toepassing. Die is er ter bescherming van de werknemer en bepaalt welke arbeid is toegelaten, op hoeveel rust je recht hebt, wanneer je wel en niet mag werken... Soms komt jeugdwerk en arbeidswetgeving met elkaar in conflict:

  • Het houden aan de arbeidstijd.
    Een speelpleindag duurt vaak langer dan 8u.
  • Middagpauzes zijn niet realistisch.
    We kunnen kinderen toch niet alleen laten?
  • Op zondag voorbereiden
  • Selectieprocedures, contracten... zorgen voor arbeidsperceptie
  • ...

Op de Beter Spelen-pagina rond werknemers lees je wat er in de arbeidswetgeving staat.


EEN HOGER LOON MAG GEEN 'GOEDKOPE' OPLOSSING ZIJN VOOR EEN DALEND AANTAL ANIMATOREN OF OM MEER VAN HEN GEDAAN TE KRIJGEN. Er zijn betere manieren!

'Onbelast Bijverdienen' = volledig geschrapt

 

Er was even sprake dat het 'nieuwe' statuut 'onbelast bijverdienen' (of 'bijklussen in het vrijetijdswerk') vanaf 1 januari 2018 ook voor speelpleinanimatoren zou gelden, maar de regering haalde dit uit het ontwerp op 20/06/2018. Voor andere taken bv. conciërge, begeleiden van uitstappen, opvang, hulp bij administratie... was het statuut nog wel bruikbaar.  

Tot nu. Op 23/04/2020 heeft het Grondwettelijk Hof de wet op het onbelast bijverdienen tot 6.000 euro per jaar ook ongrondwettelijk verklaard (perslink). Het Hof is van oordeel dat de regeling op verschillende punten in strijd is met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie. Het systeem blijft wel nog overeind voor prestaties geleverd tot eind dit jaar. Daarmee is het volledige dossier van de baan en is onbelastbaar bijverdienen niet langer mogelijk. 

 

 

 

<< De Vlaamse Dienst Speelpleinwerk maakte naar aanleiding van het nieuwe statuut waarvan eerst sprake (= onbelast bijverdienen) een overzicht met alle statuten voor de speelpleinwerker. Maar dat laatste voorstel is dus officieel van tafel!

Meer lezen ...


Wij gaan uit van de kracht van jongeren in het jeugdwerk!

Jeugdwerk staat of valt in grote mate met het engagement dat jongeren daarin opnemen in hun eigen vrije tijd. De kracht van jeugdwerk zijn jongeren, in welk statuut dan ook. Ervan uitgaan dat jeugdwerk een synoniem is voor vrijwilligerswerk is een enge benadering van wat jeugdwerk kan zijn. 

De Vlaamse Dienst Speelpleinwerk is niet tegen betaald vakantiewerk, maar vanuit ons geloof in de jeugdwerkfilosofie zijn we tegen het idee dat verwachtingen, ondersteuning en groeikansen van jongeren zouden verschillen op basis van statuut.

Jobstudenten of vrijwilligers, los van het juridische verschil is en blijft het dezelfde jongere, met dezelfde talenten, goesting en gretigheid die we op eenzelfde manier moeten ondersteunen en ruimte geven om te groeien. Loon verandert daar niets aan en is niet evenredig aan enthousiasme. Werken met jobstudenten is niet anders, dan werken met vrijwilligers.  Evengoed is het van vitaal belang voor de werking om betaalde jongeren te betrekken in een jaarwerking, inspraak te geven in een stuurgroep, voldoende te coachen in hun taken...  

 

Vrijwilligers of betaalde krachten maakt geen verschil in ondersteuning van jongeren


Anno 2023 zitten meer en meer organisatoren met de handen in het haar om voldoende geëngageerde jongeren te vinden. Laat staan vrijwillig, geëngageerde jongeren. Geld is, niet de enige, maar vandaag de dag zeker een belangrijke(re) motivatiefactor geworden. We merken ook dat verantwoordelijken zoeken op welke manier ze jongeren toch iets meer kunnen toesteken, de vraag stellen naar nieuwe of het aanpassen van bepaalde statuten. Niet dat we hier een pleidooi voeren om morgen iedereen als jobstudent aan te werven, dat zou de kracht die uitgaat van vrijwilligersschap niet erkennen, maar we hebben zeker begrip voor werkingen die omwille van de juiste visie en/of onder invloed van bepaalde omgevingsfactoren de keuze maken om met jobstudenten te werken: bv. concurrentie, continuïteit bieden, deel van een carrièreplan voor animatoren, besef dat vrijwilligerswerk vandaag voor vele jongeren een soort luxeproduct is geworden... 


Speelpleincijfers: verhouding vrijwilligers en tewerkgestelden

We zien dat gemeentelijke werkingen beduidend minder werken met énkel vrijwilligers. We zien veel mengvormen, waar in één ploeg de combinatie gemaakt wordt van vrijwilligers en tewerkstelling. Op particuliere speelpleinwerkingen zien we dat ruim één vijfde mengvormen gebruikt, maar dat de begeleiders veel vaker allemaal vrijwilligers zijn. 

 

Gemeentelijke 
werking

Particuliere 
werking

 

Ja, iedereen is vrijwilliger

13%

75%

 

Ja, een combinatie van vrijwilligers en tewerkstelling

 

65%

22%

 

Nee, iedereen is tewerkgesteld

 

22%

3%


Werk je met een gemengd systeem? 
Dan heeft de VDS voor jou een infofiche 'jobstudenten en vrijwilligers, een gemengd systeem' met info, tips & tricks. 


Als we dieper ingaan op de rol die de begeleiders hebben, zien we dat er een verschuiving is. Binnen de groep animatoren (die als voornaamste rol hebben om voor de kinderen speelkansen te voorzien) merken we dat er beduidend meer tewerkstelling is in vergelijking met 2010. Ook bij de groep hoofdanimatoren is dit zo. 

 

Vrijwilligers

Tewerkgestelden

 

2010

 

2015

 

2010

2015

 

Animatoren

72%

68%

28%

32%

 

Hoofdanimatoren

 

45%

38%

51%

59%

 

Verantwoordelijken

 

25%

18%

63%

73%


Uit de 5-jaarlijkse speelpleinenquête (2015) 

Wij geloven sterk in de kracht en de voordelen van het werken met vrijwilligers!


Loes Hermans, coördinator speelpleinwerking Wollebos (Turnhout)


Omschakelen: een doordachte keuze

Van vrijwilligers naar jobstudenten

De VDS merkt dat bepaalde gemeenten die geloven in vrijwilligerswerk er noodgedwongen aan denken om over te stappen op jobstudenten omdat ze omringd worden door gemeenten die resoluut (niet altijd vanwege de juiste insteek) voor jobstudenten kiezen. Gelukkig blijven de meeste jongeren wel actief, maar helaas minder weken. Naast een week vrijwilligerswerk op het 'eigen plein' kiezen ze voor de centen op een andere speelpleinwerking. Dat is jammer! In plaats van elkaar te beconcurreren zou één gezamenlijk beleid over de gemeentegrenzen voor alle partijen vaak beter werken. 

Van jobstudenten naar vrijwilligers

Het omgekeerde is gelukkig ook denkbaar. Er zijn heel wat steden en gemeenten (bv. Mechelen, Duffel, Halle...) die de afgelopen beleidsperiode jobstudenten voor speelpleinwerk aan de kant schoven en resoluut de kaart van vrijwilligers trokken. Niet vanwege bezuinigingen, maar omdat ze overtuigd zijn van de kracht van vrijwilligerswerk. De vrijgekomen middelen worden nu op een andere, meer duurzame manier geïnvesteerd in de werking: speelmateriaal, infrastructuur, extra halftijdse ter ondersteuning, animatorenbinding, slotfeest... Belangijk: werkingen die omschakelden vinden nog steeds voldoende begeleiding. Het vraagt echter wel wat meer inspanning.

Er is voldoende budget, dan is de keuze voor jobstudenten toch évident?


Kan je meer verwachten van een jobstudent dan van een vrijwilliger?


Animatoren leveren in in ruil voor méér animatoren op het speelplein

Het speelplein van Beersel groeit elk jaar. De jeugddienst wil dan ook graag extra animatoren aanstellen. Tegelijkertijd vonden ze 90euro/dag voor een animator te veel in vergelijking met de rest van het speelpleinwerk. Daarop legde ze een voorstel voor aan de stuurgroep die zelf ook al hadden aagegeven dat het best wat minder mocht zijn. Met de middelen die vrijkomen worden per week 2 animatoren extra aangesteld die de nieuwe functie ‘vliegende animator’ vervullen.

(28/11/2017 - Het Nieuwsblad)

Overzicht

Vergoeden als werknemers of als vrijwilliger? Alle info voor beide statuten (voor wie, duur, contract, loon, RSZ, DIMONA-aangifte...) naast elkaar in één handig overzicht.