Openbaar terrein

Volgens onze vijfjaarlijkse speelpleinenquëte (2021) spelen slechts 8% van de speelpleinwerkingen op een locatie die exclusief voor hen is voorbehouden. In 92% van de gevallen wordt de speelpleinlocatie ook gebruikt door anderen. 

Heel wat speelplein- of andere vakantiewerkingen spelen - vaak noodgedwongen - op een school of openbaar terrein. Hoe ga je aan de slag op een locatie die niet volledig aangepast is aan je noden? Waar moet je allemaal op letten en wat met andere bezoekers en weglopers?

 


Spelen op een openbaar domein zorgt voor extra uitdagingen, maar is zeker niet onmogelijk

Niet afgesloten terrein

Als je terrein niet is afgesloten wil dat zeggen dat iedereen recht heeft om de plek waar jullie spelen, ook te gebruiken. Dat kunnen wandelaars zijn, jongeren of andere spelende kinderen, met of zonder begeleiding.

Hoewel het terrein niet voor jullie alleen is, kan je wel aangeven aan de toegangspoort dat je op het terrein werking hebt. Zodat zijn bezoekers op de hoogte van de activiteiten.

Andere kinderen die meespelen

Je kan opteren om kinderen die niet bij je werking horen, toch te laten meespelen. Beschouw het als een soort reclame voor je werking. Misschien schrijven ze binnenkort in voor je werking?

Stel jezelf echter wel de vraag wat er gebeurt bij een ongeval. Is het kind in dat geval verzekerd?

In principe niet, maar...

Kinderen die niet bij het speelplein horen, zijn niet verzekerd. Jullie verzekering dekt enkel de kinderen die 'deelnemen' aan jullie werking. Het is echter niet zo dat jullie op voorhand een lijst van kinderen moeten doorgeven aan de verzekeraar. Jullie bepalen zelf wie deelnemer is van jullie werking (los van de inschrijvingsprocedure). Daardoor staat het jullie ook vrij om het ongeval van het kind dat toevallig passeert of meespeelt, toch aan te geven aan jullie verzekeraar en dat kind als deelnemer te beschouwen.

Is de animator aansprakelijk?

Dat is een feitenkwestie. De animator (of de werking) kan in sommige gevallen aansprakelijk gesteld worden als er een fout is, een oorzakelijk verband en als men kan spreken van een toezichtplicht. Dat laatste zal blijken uit de feiten van de concrete situatie. Voor een kind dat toevallig passeert, is de animator/werking eerder niet aansprakelijk. Speelt het kind mee, dan zal er sneller een vermoeden zijn van toezichtplicht. En dan gelden de gewone regels van aansprakelijkheid zoals bij alle andere kinderen op je werking.

Wij raden aan om dit vooraf zeker te checken bij je verzekeringskantoor. Welke keuze je ook maakt, je past ze best consequent toe om probleemsituaties te vermijden.

Andere bezoekers

Zolang andere bezoekers op een bankje hun krant lezen, in de zon wat luieren, … is er uiteraard geen probleem.

Dat wordt het wel als ze je speelpleinwerking bewust of onbewust verstoren! Een bezoeker die een sigaret opsteekt in het bijzijn van de kinderen, een blik bier opentrekt, een stel zonnebadende tieners met loeiharde muziek, …. . Je kan hen uiteraard niets verbieden op een openbaar terrein, maar een praatje over wat speelplein is en waarmee jullie bezig zijn lost meestal al veel op! Het is meestal geen overbodige luxe om een extra animator op het plein te zetten om dergelijke praatjes op te vangen.

Soms heb je last van bezoekers die keer op keer opzettelijk je werking verstoren tijdens en na de uren: roken, drinken, materiaal stuk maken of wegnemen… Dan zal een praatje allicht niet meer volstaan. Roep dan de hulp in van externen zoals een straathoekwerker of een wijkagent. In sommige gemeenten maakt de politiecombi na sluitingstijd nog een ommetje om een oogje in ’t zeil te houden. Ook buurtbewoners zijn daarvoor een dankbaar aanspreekpunt!

Soms moet je de oorzaak ook gewoon bij je eigen werking zoeken! Misschien is jullie speelplein maar toegankelijk tot 12 jaar en is er helemaal geen plaats voor de tieners die altijd “vervelend” komen doen! Geef ze een plaats, creëer een aanbod, probeer hen te betrekken bij je speelplein en misschien lost het probleem zichzelf op!

Duid iemand aan die ’s morgens een rondje maakt over het terrein om te kijken of alles in orde is en storend afval van andere bezoekers op te ruimen. Indien het echt problematisch is kan je eventueel ook beroep doen op de technische –of groendienst van je gemeente.

Weglopers

Bij een openbaar, niet afgesloten terrein is al eens schrik voor weglopers. Dat is niet altijd even terecht. In Vlaanderen spelen heel wat speelpleinen in deze situatie en loopt niemand weg. Op speelpleinen die wel goed afgesloten zijn, horen we ook soms signalen dat er iemand weggelopen is. Met andere woorden: als een kind echt weg wil, kan het ook weg.

Gelukkig zijn dit uitzonderlijke situaties. Als speelplein kan je hier zelf ook rekening mee houden. Je terrein indelen in (speel-)zones met een animator erbij, duidelijke afspraken met de kinderen maar bouw vooral ook een band op met je kinderen zodat zij weten wie dat jullie zijn en naar jullie

Afsluiten van het terrein

Een openbaar terrein kan na een goedkeuring van de gemeente tijdelijk afgesloten worden. Dit kan voor enkele uren, een dag of voor een langere periode. Zo kan de gemeente de keuze maken om iedereen de vrije toegang tot het terrein te ontzeggen tijdens de weken waarin jullie werking doorgaat.

Probeer in dat geval vooraf de buurt zoveel mogelijk te betrekken. Zorg ervoor dat iedereen op de hoogte is waarom het terrein afgesloten wordt en hoelang dat zal duren. Hang aan de toegangspoort een duidelijk signaal met eventueel een klein woordje uitleg. Mochten er toch nog mensen het terrein betreden, spreek hen dan aan en leg hen uit wat jullie werking precies doet.


Als een kind echt weg wil, kan het ook weg. Ongeacht of het terrein afgesloten is of niet.

Speelaanbod op een openbaar terrein

Materiaal

Of je terrein nu afgesloten is of niet, je laat best niet te veel materiaal onbewaakt rondslingeren op het terrein. Dat kan natuurlijk vervelend zijn als jullie met bijvoorbeeld speelhoeken werken. Het is niet motiverend voor je team om elke morgen alles op te stellen en elke avond opnieuw alles af te breken en binnen te zetten. Vermijd gezeul met materiaal en denk in functie van het terrein.  

Laat je na sluitingstijd dingen achter op het terrein, bv. een zelfgemaakt zwembadje dat je graag nog enkele dagen laat staan, schat dan altijd het risico in en probeer hierop te anticiperen! Tracht je alles zo goed mogelijk af te sluiten en de bezoekers duidelijk te informeren, dan is er geen probleem!  

Containers zijn een goed alternatief! Deze kan je afsluiten en met een gerust hart achterlaten. Kleinere speelhoeken kan je mobiel maken. Een bolderkar met lego is mooi voorbeeld! Als je jaar na jaar een gocartparcours bouwt omdat het immens populair is, probeer dan samen met de gemeente eens te bekijken of je geen vast gocartparcours op het terrein kan aanleggen.

Indeling

Baken speelhoeken en de zones waar je speelt, .... duidelijk af! Dat is handig voor je eigen speelpleinbengels en is tegelijk een duidelijk signaal naar andere bezoekers toe.

  • Pictogrammen zijn duidelijk voor iedereen. Voor je kinderen, maar ook voor andere bezoekers.
  • Plan je speelzones, speelhoeken, ... zo strategisch en overzichtelijk mogelijk! Doe een activiteit aan de poort zodat die begeleider tegelijk ook een zicht heeft op wie er binnen en buiten gaat.
  • Maak een plattegrond van het terrein waar je alle verschillende speelhoeken op aanduid en hang deze op overal op het terrein.

Regels

Er zijn een aantal zaken waar je rekinging mee kan houden met 

  • Bij het begin van de dag overloop je best nog even de belangrijkste regels. Doe dat iedere dag opnieuw want uiteraard is het mogelijk dat je elke dag andere kinderen hebt.
  • Nieuwe kinderen geef je best een korte rondleiding.
  • Zorg voor voldoende verspreiding op het terrein zodat elke mogelijke uitgang ook in de gaten wordt gehouden.
  • Blijven er bouwwerken staan? Maak dan een risicoanalyse en baken het zo goed mogelijk af. Is het risico te groot? Dan breek je het best weer af.
Tips & tricks voor openbare terreinen
  • Bedenk een systeem om te weten wie er aan het einde van de dag al naar huis is en wie nog niet
  • Je kan een poortwachter voorzien die elk kind moet passeren. Hij of zij kan tegelijk voor wat speelimpulsen zorgen.
  • Je kan werken met een sluissysteem van nadarhekken, waardoor kinderen niet in één rechte lijn de straat op lopen.
  • Stimuleer de kinderen om iets te komen zeggen als ze naar huis gaan.
  • Zorg dat er een onderscheid is tussen de kinderen van je plein en anderen. Kies voor een herkenning van je speelpleingasten zonder dat het de individuele vrijheid beperkt. Een polsbandje bijvoorbeeld is leuk en kan ook gebruikt worden als ‘bonnetje’ voor koek en drank.

VDS Producten

DNA 1: Een steentje in de rug

DNA 25: Mobiel speelpleinwerk

De Risico-speelkansmeter